Lezen M3 Blok 1
1 / 31
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Welke tekstvorm hoort bij het gegeven tekstdoel?
Activeren
Amuseren
Uitleggen
Informeren
Overtuigen
Slide 3 - Question de remorquage
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Grondig
lezen
Zoekend lezen
oriënterend Lezen
Je zoekt naar informatie.
Je kijkt snel waar de tekst over gaat.
Je wilt begrijpen waar de tekst over gaat.
Slide 8 - Question de remorquage
Oriënterend lezen
Grondig lezen
Zoekend lezen
In de tvgids bekijken hoe laat het NOS journaal komt.
Het doornemen van je werkcontract bij de supermarkt.
Het vluchtig doorlezen van de ochtendkrant.
Slide 9 - Question de remorquage
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Inleiding
Middenstuk
Slot
Slide 12 - Question de remorquage
Slide 13 - Diapositive
Wat is de functie van de inleiding?
(welk doel heeft een inleiding)
(welk doel heeft een inleiding)
A
Onderwerp duidelijk maken en de aandacht lezer trekken door verhaaltje
B
Samenvatting geven van de tekst.
C
Deelonderwerpen bespreken.
D
Een conclusie geven
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
In het middenstuk ...
A
vind je de hoofdgedachte.
B
wordt een conclusie gegeven.
C
vind je de deelonderwerpen.
D
wordt een advies gegeven.
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Niet waar
Waar
De hoofdgedachte vertelt in één zin waar de tekst over gaat.
Hoofdgedachte en onderwerp hebben altijd met elkaar te maken.
De hoofdgedachte staat altijd in de inleiding.
In een hoofdgedachte staan soms voorbeelden.
Slide 20 - Question de remorquage
Slide 21 - Diapositive
Wat is de juiste volgorde?
A
inleiding, middenstuk, slot
B
Middenstuk, slot, Inleiding
C
Slot, inleiding, middenstuk
D
Inleiding, slot, middenstuk
Slide 22 - Quiz
deelonderwerpen
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 23 - Quiz
conclusie
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 24 - Quiz
Anekdote
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 25 - Quiz
samenvatting
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 26 - Quiz
iemands persoonlijke ervaring vertellen
A
inleiding
B
slot
Slide 27 - Quiz
een probleem noemen
A
inleiding
B
slot
Slide 28 - Quiz
Is de tekst een inleiding of een slot?
A
inleiding
B
slot
Slide 29 - Quiz
Een tekst heeft...
A
altijd een hoofdgedachte
B
niet altijd een hoofdgedachte
C
nooit een hoofdgedachte
Slide 30 - Quiz
Welke bewering over de hoofdgedachte is juist?
A
De hoofdgedachte staat altijd in de inleiding.
B
De hoofdgedachte is meestal een vraag.
C
De hoofdgedachte vertelt in één zin het belangrijkste over het onderwerp.
D
De hoofdgedachte staat altijd letterlijk in de tekst.
