Hoofdstuk 5: naar de rechter

15 minuten zelf werken
Bijvoorbeeld aan hoofdstuk 4
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

15 minuten zelf werken
Bijvoorbeeld aan hoofdstuk 4

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Uitleggen welke onderdelen in een rechtszaak aan bod komen en in welke volgorde ze plaatsvinden.

Weten welke rechterlijke instanties er zijn.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Voordelen van juryrechtspraak

Slide 4 - Carte mentale

Nadelen van juryrechtspraak

Slide 5 - Carte mentale

Moet Nederland juryrechtspraak invoeren?
A
Ja
B
Nee
C
Voor sommige delicten
D
Ja, maar aangepast

Slide 6 - Quiz

8 stappen in een rechtszaak
1:  Opening                                                  6: Pleidooi
2: Tenlastelegging                                 
3: Getuigen ondervragen                     7: Laatste woord verdachte
4: Verdachte verhoor
5: Requisitoir                                              8: Vonnis

De rechter opent de zaak. Controleert de persoonsgegevens van de verdachte en wijst hem op zijn rechten
Een opsomming van het delict, tijd, plaats, wettelijke voorschrift, omstandigheden
De rechter mag vragen stellen aan de getuigen en experts. Daarna mag ook de OvJ vragen stellen En als laatste de eigen advocaat
Hierin somt de OvJ alle relevante bewezen feiten op en wordt afgesloten met een strafeis. Dit is het verzoek aan de rechter om de verdachte een bepaalde straf te geven.
De advocaat komt op voor de belangen van de verdachte. Hij probeert in het pleidooi de rechter te overtuigen van de onschuld van de verdachte
De verdachte heeft het laatste woord. Hier mag hij gebruik van maken om bijvoorbeeld excuses te maken of zijn onschuld nogmaals duidelijk te maken
De uitspraak van de rechter noemen we het vonnis. Dit kan bijvoorbeeld zijn 8 jaar tijdelijke vrijheidsstraf waarvan 5 jaar onvoorwaardelijk.
De rechter mag vragen stellen aan de verdachte. Daarna mag ook de OvJ vragen stellen aan de verdachte. En als laatste de eigen advocaat

Slide 7 - Diapositive

Hoge Raad
Nog steeds niet eens? Dan rest alleen nog in cassatie gaan bij de Hoge Raad. De rechter kijkt hier alleen of de lagere rechters de rechtsregels goed hebben toegepast en of de motivatie van het vonnis voldoende is geweest
Gerechtshof
Als een van de twee partijen het niet eens is met het vonnis van de rechter kan er in hoger beroep gegaan worden bij 1 van de 4 gerechtshoven
Rechtbank
In eerste aanleg komt de zaak bij 1 van de 11 rechtbanken in Nederland
In cassatie
Hoger beroep

Slide 8 - Diapositive

Het vonnis
Om tot een vonnis te komen beantwoord de rechter zes vragen
1. Wat zijn de persoonlijke omstandigheden van de verdachte?
2. Was het overmacht?
3. Was het noodweer?
4. Hoe ernstig is het delict?
5. Wat is de maximumstraf volgens de wet?
6. Wat zegt de jurisprudentie?
voorbeeld

Slide 9 - Diapositive

Rechtbanken

  • Civiele sector (burgers)
  • Bestuursrecht (burgers/overheid)
  • Strafrecht
  1. politierechter (overtredingen, lichte misdrijven)
  2. meervoudige kamer (zwaar misdrijf) 
  • Kantonrecht (lichte overtredingen)

Slide 10 - Diapositive

Lezen en maken
Lees de lestekst van hoofdstuk 7

Maak opdracht 1 t/m 12

Klaar?
Heel goed gedaan!
Oefen met examenvragen via de examen site om je kennis te testen

Slide 11 - Diapositive