Stencil en WO-1
1 / 23
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is het verschil tussen imperialisme en modern-imperialisme?
Modern Imperialisme.
A
Imperialisme is een makkelijkere versie, modern-imperialisme leverde meer problemen op.
B
Imperialisme is het veroveren van gebied, modern-imperialisme betekent veroveren van meer data.
C
Imperialisme vindt alleen nu plaats, modern-imperialisme alleen maar in de tijd van de Romeinen
D
Imperialisme vond plaats na 1500, modern-imperialisme vanaf 1870.
Slide 2 - Quiz
wat is modern imperialisme?
A
Periode 1870-1900 in Amerika
B
Periode 1870-1970 in Azië en Afrika
C
Periode 1870-1900 in Azië en Afrika
D
Periode 1870-1900 in Azië en Australië
Slide 3 - Quiz
Nog een vraag over modern imperialisme.
Wat is de juiste uitleg?
A
De Europese inspanningen om ervoor te zorgen dat de bevolking van de koloniën welvarend zou worden.
B
De Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika na 1870, waardoor grote koloniale rijken ontstonden.
C
De Europese ontdekkingsreizen in de zeventiende eeuw, met als doel de relatie tussen Europa en Azië te verbeteren.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.
Slide 4 - Quiz
Wat zijn de vier oorzaken van het modern imperialisme? Noem er twee.
Slide 5 - Question ouverte
Het marxisme keert zich tegen
A
het anarchisme
B
de democratie
C
het kapitalisme
D
de politiek
Slide 6 - Quiz
Dieperliggende oorzaken WO-I
Bondgenoot-
schappen
nationalisme
modern imperialisme
Revanche Frans-Duitse oorlog
Vlootbouw Duitsland
machtsevenwicht bewaren
Slide 7 - Question de remorquage
Welke economisch 'systeem' zorgt voor de problemen bij de arbeiders?
A
socialisme
B
communisme
C
kapitalisme
D
marxisme
Slide 8 - Quiz
Het socialisme kent twee stromingen, het marxisme en de sociaaldemocratie.
Op wat voor manier wilde de marxisten aan de macht komen?
Op wat voor manier wilde de marxisten aan de macht komen?
A
Ze gingen zich organiseren in politieke partijen
B
Ze waren van plan om koning Willem II af te zetten
C
Via een revolutie zouden de arbeiders de macht afpakken van de liberalen
D
Door massaal in opstand te komen konden ze druk uit oefenen op de fabrieksbazen
Slide 9 - Quiz
Vanuit het Marxisme( socialisme) ontstonden 2 stromingen/groepen. Dit zijn:
A
liberalisme en communisme
B
socialisme en democratie
C
communisme en democratie
D
socialisme en communisme
Slide 10 - Quiz
Het marxisme keert zich tegen...
A
het anarchisme
B
de democratie
C
het kapitalisme
D
de politiek
Slide 11 - Quiz
Wat is ook wel een ander woord voor 'trots zijn op je eigen land'?
A
chauvinisme
B
imperialisme
C
nationalisme
D
marxisme
Slide 12 - Quiz
Wat hoort bij elkaar?
Militarisme
Bondgenoten
Nationalisme
Modern imperialisme
Slide 13 - Question de remorquage
Wie wilde wraak in de Frans-Duitse oorlog (1870-1871)?
Slide 14 - Question ouverte
Combineer begrip en bron!
bondgenootschap- pen
modern imperialisme
Wapenwedloop
Nationalisme
Slide 15 - Question de remorquage
Maak de juiste combinaties!
liberalisme
nationalisme
socialisme
de burgerij
Frans-Duitse oorlog
grondwet
Das Kapital
Slide 16 - Question de remorquage
Oorzaken WOI
Aanleiding WOI
Moord op Franz Ferdinand
Nationalisme
Frans-Duitse
Oorlog
Modern imperialisme
Militarisme
Bondgenootschappen
Slide 17 - Question de remorquage
Hoe veroorzaakte omstreeks 1900 de Industriële ontwikkelingen spanningen in Europa?
Slide 18 - Question ouverte
Hoe kon een moordaanslag leiden tot een wereldoorlog?
Slide 19 - Question ouverte
In welk jaar en bij welke plaats vond de laatste cavalerie slag plaats?
Slide 20 - Question ouverte
Waar gaat dit nummer over?
A
Kerstbestand 1914
B
Het begin van de oorlog, 1914
C
Militairisme
D
De wens voor vrede
Slide 21 - Quiz
Voetballer Jimmy Speirs sneuvelde in 1917. Waarop doet hij een beroep?
A
Nationalisme
B
Revanchisme
C
Militairisme
D
bondgenootschap
Slide 22 - Quiz
Waar gaat dit nummer over?
A
Gifgas
B
Machinegeweren
C
De Slag om Ieper
D
De Slag om Passchendale
