Woordenschat H6

Woordenschat H6
Oude naamvallen

Eerst: 10 minuutjes lezen!
timer
10:00
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat H6
Oude naamvallen

Eerst: 10 minuutjes lezen!
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Na deze les:

  • Weet je hoe een oude naamval eruit ziet
  • Weet je waarom we nog oude naamvallen gebruiken
  • Kun je voorbeelden noemen van oude naamvallen 

Slide 2 - Diapositive

Vandaag

Introductie hoofdstuk 6 
Aan de slag 
Bespreken opdracht 
Aan de slag 

Slide 3 - Diapositive

Wat was zij boos toen ze ten onrechte werd beschuldigd van afkijken!

Wat betekent 'ten onrechte'?

Slide 4 - Question ouverte

Op de klassenfoto staat Japie ter linkerzijde van Koos.

Wat betekent 'ter linkerzijde'?

Slide 5 - Question ouverte

Vorige week was er een collecte ten bate van het Rode Kruis.

Wat betekent 'ten bate van'?

Slide 6 - Question ouverte

Wat valt je op aan deze woorden?

Ter linkerzijde, ten bate van, ten onrechte

Slide 7 - Question ouverte

Kijk naar het filmpje

Slide 8 - Diapositive

Oude naamvallen

In het Nederlands vind je nog sporen van oude naamvallen. Bijvoorbeeld in ’s avonds, een verkorting van de tweede naamval des avonds (= in de avond). 
Andere voorbeelden zijn: ten strengste verboden (= echt niet toegestaan) en ter controle (= om te controleren, onderzoeken)

Slide 9 - Diapositive

Zo herken je oude naamvallen
Oude naamvallen bestaan vaak uit verbogen vormen van de en te:
– den: aan den lijve;
– der: in naam der wet;
– des: de vader des vaderlands;
– ten: ten val brengen;
– ter: ter plaatse.
In veel gevallen staat er een verbogen vorm van een ander woord bij: heden ten dage, in koelen bloede, met voorbedachten rade, ter grootte van. Deze vormen kun je het beste uit je hoofd leren.

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Maak opdracht 1 van H6 woordenschat. Deze gaan we zo bespreken. Je hebt hier 10 minuten voor!
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag!
Maak nu opdr. 2 en 8.

Slide 12 - Diapositive

Welk opmerking past voor jou het beste bij deze les?
Ik weet nu wat oude naamvallen zijn
Het ging snel, maar met herhaling lukt het wel
Ik heb nog vragen
Ik vond het leuk
Ik vond het stom

Slide 13 - Sondage

Ben je toe aan vakantie?
JA!
Ach, welnee

Slide 14 - Sondage