Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Examenvragen
Slide 1 - Diapositive
Eén van de fasen in het marktonderzoekproces is het opstellen van een onderzoeksplan. Wat is de volgende fase in het marktonderzoeksproces?
A
Verzamelen van gegevens
B
Probleemanalyse
C
Analyse en interpretatie van gegevens
D
Rapportage
Slide 2 - Quiz
Een fabrikant van schoenen wil dat zijn schoenen op zoveel mogelijk plaatsen verkrijgbaar is.
Van welke distributiestrategie is hier sprake?
A
Exclusieve distributie
B
Selectieve distributie
C
Intensieve distributie
Slide 3 - Quiz
Een schoenfabrikant vraagt bij de introductie van zijn nieuwste schoenen een hoge prijs. De fabrikant stelt vervolgens de prijs geleidelijk naar beneden bij.
Welke prijsstrategie hanteert de schoenfabrikant?
A
Kostengeoriënteerde prijsstrategie
B
Afroomprijsstrategie
C
Penetratieprijsstrategie
Slide 4 - Quiz
Leg uit wat penetratiestrategie inhoudt
Slide 5 - Question ouverte
Welk kenmerk hoort bij een verkopersmarkt?
A
Het aanbod is groter dan de vraag, waardoor afnemers de prijs beïnvloeden.
B
Door de grote vraag van afnemers kunnen aanbieders de marktprijs bepalen.
C
Er zijn veel spelers op de markt die een heterogeen product aanbieden.
Slide 6 - Quiz
Action heeft een breed en ondiep assortiment. Action investeert weinig in de deskundigheid van het personeel. Welke vorm van distributie hanteert Action?
A
Servicedistributie
B
Prijsdistributie
Slide 7 - Quiz
Een winkel in levensmiddelen verkoopt producten uit veel verschillende productgroepen. Welk soort assortiment heeft de groothandel?
A
Lang
B
Diep
C
Breed
Slide 8 - Quiz
Netflix heeft drie verschillende abonnementen. Het bedrijf belt klanten met het goedkoopste abonnement om hen over te halen een duurder abonnement te nemen. Waarvan is hier sprake?
A
Upselling
B
Deepselling
C
Crossselling
Slide 9 - Quiz
Welk type interview geeft de meeste ruimte om door te vragen over een onderwerp?
A
Half-gestructureerd interview
B
Gestructureerd interview
C
Ongestructureerd interview
Slide 10 - Quiz
Een apotheek gaat naast medicijnen ook schoonmaakmiddelen verkopen. Van welke beweging in de bedrijfstak is hier sprake?
A
Specialisatie
B
Integratie
C
Parallellisatie
Slide 11 - Quiz
Een fietswinkel verhuurt fietsen vanaf € 19,95 per dag. Waarvan is hier sprake?
A
Prestige pricing
B
Psychologische prijszetting
C
Prijsdifferentiatie
Slide 12 - Quiz
De mate waarin onderzoeksresultaten overeenkomen met de werkelijkheid. Welk begrip is hier beschreven?
A
Validiteit
B
Betrouwbaarheid
C
Nauwkeurigheid
Slide 13 - Quiz
Je meet wat je beoogt bent te meten
A
Validiteit
B
Betrouwbaarheid
C
Nauwkeurigheid
Slide 14 - Quiz
Een klant plaatst online een bestelling. Deze bestelling kan op een afgesproken tijd worden afgehaald in de winkel. Van welk begrip is dit een kenmerk?
A
Click & collect
B
Omnichanneling
C
Dropshipping
Slide 15 - Quiz
Een cateringbedrijf richt zich uitsluitend op bedrijven met minimaal 100 werknemers.
Van welke segmentatiestrategie is hier sprake?
A
Geconcentreerde marketing
B
Gedifferentieerde marketing
C
Ongedifferentieerde marketing
Slide 16 - Quiz
Bij welke onderzoeksmethode geeft een vaste groep mensen zijn mening over een bepaald onderwerp?
A
Observatie
B
Experiment
C
Panel
Slide 17 - Quiz
Wat is een kenmerk van een dienst?
A
Massaproductie is mogelijk.
B
Productie bij de klant is mogelijk.
C
Houden van voorraad is mogelijk.
Slide 18 - Quiz
Een bedrijf verhuurt verhuiswagens op de zakelijke markt. Het bedrijf besluit deze dienst ook aan te bieden aan particulieren. Van welke groeistrategie is hier sprake?
A
Productontwikkeling
B
Marktontwikkeling
C
Diversificatie
D
Marktpenetratie
Slide 19 - Quiz
Een fietsenspeciaalzaak heeft als beleid alleen klachten of vragen in socialmediaberichten te beantwoorden. Van welke vorm van webcare is hier sprake?
A
Reactieve webcare
B
Proactieve webcare
C
Preventieve webcare
Slide 20 - Quiz
Bij welk zakelijk product kost het inkoopproces het minste tijd?
A
Routineproduct
B
Hefboomproduct
C
Knelpuntproduct
Slide 21 - Quiz
Een fabrikant lanceert een nieuw soort oplader. De fabrikant investeert veel in promotie om de bekendheid van het product te vergroten. In welke fase van de productlevenscyclus bevindt de oplader zich?
A
Introductie
B
Neergang
C
Groei
D
Volwassenheid
Slide 22 - Quiz
Peter verhuurt snoepautomaten aan de zakelijke markt. Er is een groeiende vraag naar snoepautomaten onder nieuwe bedrijven. Van welk type vraag is hier sprake?
A
Additionele vraag
B
Initiële vraag
C
Vervangingsvraag
Slide 23 - Quiz
Een bedrijf geeft een zelfstandig ondernemer het recht om een onderneming met dezelfde handelsnaam en huisstijl te starten. Welke samenwerking in de bedrijfstak is hier beschreven?
A
Affiliate shop
B
Inkoopcombinatie
C
Franchising
Slide 24 - Quiz
In één van de fases van het marketingplanningsproces worden marktontwikkelingen onderzocht.
In welke fase is dit?
A
Externe analyse
B
Interne analyse
C
SWOT-analyse
D
Strategische keuzes
Slide 25 - Quiz
Een vestiging van een snackbar richt zich vooral op mensen die na het uitgaan nog snel een hapje willen eten.
Van welk segmentatiecriterium is hier sprake?
A
Gedragscriterium
B
Socio-economisch criterium
C
Demografisch criterium
Slide 26 - Quiz
Wat voor soort assortiment heeft een sigarenwinkel?
A
Lang
B
Diep
C
Breed
Slide 27 - Quiz
Een marketingcommunicatie-instrument dat zich richt op het bieden van een ervaring aan bezoekers.
Welk marketingcommunicatie-instrument is hier beschreven?
A
Buitenreclame
B
Salespromotion
C
Evenement
D
Direct marketing
Slide 28 - Quiz
Een scanbare afbeelding die meestal doorlinkt naar een webpagina of socialmediapagina
Welk marketingcommunicatiemiddel is hier beschreven?
A
Display-advertentie
B
Online advertorial
C
QR-code
Slide 29 - Quiz
Een schoenenketen richt zich op consumenten die elk kwartaal nieuwe schoenen kopen.
Van welk segmentatiecriterium is hier sprake?
A
Socio-economisch criterium
B
Gedragscriterium
C
Psychografisch criterium
Slide 30 - Quiz
Een fietsenfabrikant merkt dat de afzet van elektrische fietsen sterk toeneemt. De concurrentie neemt ook steeds meer toe.
In welke fase van de productlevenscyclus bevindt de elektrische fiets zich?
A
Neergang
B
Introductie
C
Groei
D
Volwassenheid
Slide 31 - Quiz
Een producent van steigers deelt de markt in op basis van de levertijd die de afnemer wil. Van welk segmentatiecriterium is dit een voorbeeld?
A
Situationele variabele
B
Procesvariabele
C
Persoonlijke variabele
Slide 32 - Quiz
Een bedrijf heeft de volgende onderzoeksvraag. ‘Welke wetten en regels zijn van toepassing op onze export naar Duitsland?’
Welk soort onderzoek past bij deze vraag?
A
Verklarend onderzoek
B
Beschrijvend onderzoek
C
Verkennend onderzoek
Slide 33 - Quiz
Eén van de fasen in het marktonderzoeksproces is het analyseren van verzamelde gegevens. Wat is de volgende fase in het marktonderzoeksproces?
A
Fieldresearch
B
Evaluatie
C
Opstellen onderzoeksplan
D
Rapportage
Slide 34 - Quiz
Een bedrijf dat relatiegeschenken verkoopt, besluit om tijdelijk de prijs fors te verlagen. Het bedrijf wil hiermee voorkomen dat nieuwe concurrenten de markt betreden. Waarvan is hier sprake?
A
Stay-out pricing
B
Put-out pricing
C
Me-too pricing
Slide 35 - Quiz
Bij welke methode van onderzoek wordt er vaak een nameting gedaan onder een controlegroep?
A
Groepsdiscussie
B
Experiment
C
Panel
D
Enquête
Slide 36 - Quiz
Welk zakelijk product kent een laag leveringsrisico en een laag financieel risico?
A
Strategisch product
B
Hefboomproduct
C
Routineproduct
D
Knelpuntproduct
Slide 37 - Quiz
Welk zakelijk product kent een hoog leveringsrisico en een laag financieel risico?
A
Strategisch product
B
Hefboomproduct
C
Routineproduct
D
Knelpuntproduct
Slide 38 - Quiz
Een producent van smartphones voor de zakelijke markt gaat ook smartwatches ontwikkelen voor zakelijk gebruik. Van welke groeistrategie is hier sprake?
A
Marktontwikkeling
B
Productontwikkeling
C
Diversificatie
D
Marktpenetratie
Slide 39 - Quiz
Een webshop wil onderzoeken hoe producten sneller aan de klant geleverd kunnen worden. Welke vorm van onderzoek past bij deze probleemstelling?
A
Bedrijfstakanalyse
B
Distributieanalyse
C
Afnemersanalyse
D
Koopgedraganalyse
Slide 40 - Quiz
Welk type enquête is het goedkoopst en snelst uitvoerbaar?
A
Face-to-face-enquête
B
Digitale enquête
C
Telefonische enquête
Slide 41 - Quiz
Wat wordt verzameld en geanalyseerd bij deskresearch?
A
Bestaande informatie
B
Nieuwe informatie
Slide 42 - Quiz
Een producent van geurtjes verkoopt verschillende producten onder de eigen naam.
Van welk type merk is hier sprake?
A
Fabrikantenmerk
B
Distribuantenmerk
C
Huismerk
Slide 43 - Quiz
Een fabrikant kiest zijn verkooppunten op basis van gemiddeld prijsniveau en locatie.
Van welke distributiestrategie is hier sprake?
A
Intensieve distributie
B
Selectieve distributie
C
Exclusieve distributie
Slide 44 - Quiz
Een reclame-uiting van een organisatie in gedrukte media Welk marketingcommunicatiemiddel is hier beschreven?
A
Advertentie
B
Direct mailing
C
Commercial
Slide 45 - Quiz
Een evenementenorganisatie wil een evenement zo snel mogelijk uitverkocht krijgen.
Welke salespromotionactiviteit is in dit geval het meest geschikt?
A
Prijskorting op de eerste 1000 kaarten
B
Prijsvraag waarbij 100 gratis kaarten worden verloot.