CM - 5 - Oefenvragen

1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

1) Wat is een voorbeeld van
een relatief marktaandeel?
A
Een makelaar verkoopt de helft minder huizen dan zijn grootste concurrent.
B
Een makelaar verkoopt een kwart van alle huizen die in een jaar verkocht zijn.
C
Een makelaar verkoopt een vijfde meer huizen door de economische groei.

Slide 13 - Quiz

2) Bij welke marktvorm heeft een aanbieder nauwelijks invloed op de prijs?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Volledige mededinging

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

3) Een centrum voor dagbehandeling biedt fysiotherapie voor ouderen aan.
Van welke marketingvorm is dit een voorbeeld?

A
Business-to-businessmarketing
B
Consumenten-marketing
C
Dienstenmarketing
D
Handelsmarketing

Slide 16 - Quiz

4) Eén van de fases in het marktonderzoekproces is het analyseren en interpreteren van gegevens.

Wat is de volgende fase in het marktonderzoeksproces?

A
Presentatie en evaluatie
B
Probleemanalyse
C
Rapportage
D
Verzamelen van gegevens

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

5) In één van de fases van het marketingplanningsproces wordt
de marketingmix opnieuw uitgewerkt.
In welke fase is dit?

A
Implementatie
B
Situatieanalyse
C
Strategische opties
D
SWOT-analyse

Slide 19 - Quiz

6) Een groothandel in bloemen levert zowel aan bloemisten als exporteurs. Voor beide doelgroepen hanteert de groothandel dezelfde marketingstrategie.

Van welke segmentatiestrategie is hier sprake?
A
Geconcentreerde marketing
B
Gedifferentieerde marketing
C
Ongedifferentieerde marketing

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

7) Een voetbaltijdschrift richt zich op de volgende doelgroep. ‘Geïnteresseerden in binnen- en buitenlands topvoetbal van alle leeftijden’

Van welk segmentatiecriterium is hier sprake?

A
Demografisch
B
Gedrag
C
Psychografisch

Slide 22 - Quiz

8) Een nieuw bedrijf in automatiseringssoftware wil snel uitbreiden. Het bedrijf richt zich op bedrijven
met een kleine DMU.

Van welke segmentatievariabele is hier sprake?

A
Inkoopaanpak variabele
B
Procesvariabele
C
Situationele variabele

Slide 23 - Quiz

Een advertentie op een website met een link naar de website van de adverteerder.
Welk marketingcommunicatiemiddel is hier beschreven?

A
Banner
B
QR code
C
Viral
D
Weblog

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

10) Een frisdrankenfabrikant introduceert een nieuwe frisdrank. Het bedrijf wil dat zo veel mogelijk mensen
hiervan op de hoogte zijn.

Welk medium is hiervoor het meest geschikt?

A
Dagblad
B
Televisie
C
Tijdschrift
D
Vakblad

Slide 26 - Quiz

11) Welke situatie is een voorbeeld van marktomvang?
A
Volvo verkoopt 18 procent meer auto’s dan in 2019
B
Volvo bedient 6 procent van de totale automarkt in 2019.
C
De autobranche had in 2019 een omzet van 934 miljard euro.

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

12) Welk kenmerk hoort bij een kopersmarkt?
A
Het aanbod is groter dan de vraag, afnemers hebben grote invloed op de prijs
B
De vraag is groter dan het aanbod, afnemers hebben grote invloed op de prijs.
C
Het aanbod is groter dan de vraag, aanbieders hebben grote invloed op de prijs
D
De vraag is groter dan het aanbod, aanbieders hebben grote invloed op de prijs

Slide 29 - Quiz

13) Welke zin hoort bij business-to consumentenmarketing?
A
Een groothandelaar in horloges stuurt een nieuwsbrief aan al zijn retailers
B
Een winkelier van wasmachines biedt product demonstraties aan voor zijn klanten
C
Een frisdrankfabrikant zendt een tv-reclame uit om een nieuw product te promoten.

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

14) Wat is de juiste visie van Apple?
A
Think Different
B
Apple wilt het beste personeel hebben ter wereld.
C
Apple wilt in 2021 3% meer marktaandeel bezitten in de Europese markt

Slide 32 - Quiz

15) Wat is geen verschil tussen de interne en externe analyse van de situatieanalyse
A
Beide analyses kun je niet zelf beïnvloeden
B
Beide analyses kun je wel zelf te beïnvloeden
C
Beide analyses maak je voordat je de SWOT analyse maakt

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Diapositive

16) Welke P hoort niet bij de marketingmix
A
Product
B
Proces
C
Promotie

Slide 35 - Quiz

17) Een sportketen is naast fysieke winkels een webshop gestart. Na een jaar stoppen ze promotie maken
voor de fysieke winkels.

Waarvan is hier sprake?

A
Contrasegmentatie
B
Geconcentreerde marketing
C
Kannibalisatie

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Diapositive

18) Een school richt zicht op het zoeken
van nieuwe leerlingen als eerste op de
woonplaats van de leerlingen.
Van welk segmentatiecriterium is hier sprake?
A
Demografisch criterium
B
Psychografisch criterium
C
Geografische criterium
D
Socio-economisch criterium

Slide 38 - Quiz

19) De klantenservice heeft de opdracht gekregen om bestaande klanten na te bellen.
Ze willen erachter komen hoeveel medewerkers de bedrijven hebben. Zodat ze hun reclame campagne in de toekomst hierop kunnen afstemmen.

A
Geografische variabele
B
Demografische variabele
C
Procesvariabele
D
Situationele variabele

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Diapositive

20) Bij verhuisbedrijf Movers is afgelopen week
de verhuiswagen kapot gegaan. Er moet snel een nieuwe komen anders lopen ze inkomsten mis.
Welke vraagsoort is dit?
A
Initiële vraag
B
Vervangingsvraag
C
Additionele vraag

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive