Extra uitleg

Voedselrelatie







Voedselketen
Elk organisme in een voedselketen noemen we een schakel
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voedselrelatie







Voedselketen
Elk organisme in een voedselketen noemen we een schakel

Slide 1 - Diapositive

Voedselweb
De werkelijkheid is altijd ingewikkelder dan een voedselketen
  • meerdere voedselketens lopen door elkaar

Al deze voedselketen bij elkaar noem je een voedselweb

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Piramide van biomassa
piramide van biomassa

Slide 4 - Diapositive

Piramide van biomassa
Biomassa: totale hoeveelheid energierijke stoffen in een organismen

Piramide van biomassa: biomassa per schakel

Slide 5 - Diapositive

Biomassa
Piramide van biomassa
  • Deze piramide heeft 'altijd' een piramidevorm
  • In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel kleiner

Slide 6 - Diapositive

Soorten vogels
  • Steltlopers: lange poten en priemsnavels
  • Roofvogels: klauwen en haaksnavel
  • Zangvogels: grijppoten en kegelsnavel
  • Watervogels: zwemvliezen en zeefsnavel

Slide 7 - Diapositive

Bouw > Functie
Klauwen
Functie = grijpen prooi

Haaksnavel
Functie = in stukken scheuren prooi

Slide 8 - Diapositive

Stelten
Klauwen
Grijppoten
Zwemvliezen
Zeefsnavel
kegelsnavel
Priemsnavel
Haaksnavel
Pincetsnavel

Slide 9 - Question de remorquage

Hoe heet deze snavel?
A
priemsnavel
B
kegelsnavel
C
pincetsnavel

Slide 10 - Quiz

Hoe gebruikt deze vogel zijn snavel tijdens het eten?
A
Hij verscheurt zijn prooi met deze snavel
B
hij kraakt met zijn snavel de noten
C
hij prikt met deze snavel in de bodem op zoek naar bodemdiertjes
D
Hij zeeft met zijn snavel diertjes uit het water

Slide 11 - Quiz

Welke snavel zie je?
A
Kegelsnavel
B
Pincetsnavel
C
Priemsnavel
D
Zeefsnavel

Slide 12 - Quiz

Welk soort snavel heeft de vogel op de foto?
A
haaksnavel
B
zeefsnavel
C
pincetsnavel
D
kegelsnavel

Slide 13 - Quiz

Welke snavel is het beste aangepast om zaden te eten?
A
Pincetsnavel
B
Kegelsnavel
C
Haaksnavel
D
Zeefsnavel

Slide 14 - Quiz

Wat voor snavel heeft dit dier?
A
pincetsnavel
B
haaksnavel
C
kegelsnavel
D
zeefsnavel

Slide 15 - Quiz

Aantekening 2 vogels
Steltlopers: Halen voedsel uit ondiep water. Lopen op stelten en hebben priemsnavel
Roofvogels: Voeden zich met kleine prooien. Grijpen prooien met klauwen en verscheuren hun prooi met een haaksnavel
Zangvogels: voeden zich met zaden of insecten. Kleine snavels zoals kegelsnavel (zaden) of pincetsnavel (insecten). 
Watervogels: voeden zich met algen. Halen algen uit het water met een zeefsnavel en zwemmen door hun zwemvliezen.

Slide 16 - Diapositive

Reducenten 
  • Reducenten
  • Kringloop 

Slide 17 - Diapositive

Reducenten
Staaf-bol-spiraalvormige bacteriën 
Reducenten
Vele soorten schimmels
Reducenten: bacteriën en schimmels ruimen dode resten van organismen op in de natuur.
Hierdoor komen voedingstoffen beschikbaar voor planten.

Slide 18 - Diapositive

Optimum
kromme
Laat zien wat de ideale temperatuur is voor de gup.Is de temperatuur te laag of te hoog dan gaan de guppy's dood.
Er bestaat voor allerlei factoren een optimum kromme.

Slide 19 - Diapositive

Optimum-kromme

Slide 20 - Diapositive

optimum kromme pH

Slide 21 - Diapositive

koolstofkringloop

Slide 22 - Diapositive

Stikstofkringloop

Slide 23 - Diapositive

Aanpassingen droge omgeving
blad met klein oppervlak, dik waslaagje, weinig huidmondjes

Slide 24 - Diapositive

Aanpassingen vochtige omgeving

- veel huidmondjes aan oppervlakte blad
- grote dunne bladeren
- dun waslaagje

Slide 25 - Diapositive

Aanpassingen aan het licht

  • zonplanten; veel zon nodig. In open veld of woestijn
  • schaduwplanten; groeien onder bomen (groot, dun donkergroen blad door groot aantal bladgroenkorrels)                                               voorbeeld voorjaarsbloeiers -> groeien alleen als bomen nog geen blad hebben

Slide 26 - Diapositive