6.5 en 6.6 oefenen

Ecologie

Bs 5 Aanpassingen bij dieren 
BS 6 Aanpassingen bij planten

Oefenvragen 
Klas 3 Thema 6
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Ecologie

Bs 5 Aanpassingen bij dieren 
BS 6 Aanpassingen bij planten

Oefenvragen 
Klas 3 Thema 6

Slide 1 - Diapositive

Vis

Vogel

Zoogdier

dolfijn
haai
pinguïn

Slide 2 - Question de remorquage

Leg uit wat het voordeel is van de licht gekleurde buik en donker gekleurde rug bij waterdieren.

Slide 3 - Question ouverte

Hoefganger
Teenganger
Zoolganger
beer
kat
paard

Slide 4 - Question de remorquage

Welke aanpassing heeft
de woestijnvos om zijn warmte
kwijt te raken in de woestijn?

Slide 5 - Question ouverte

Welke aanpassing heeft de poolvos om tegen de koude temperaturen in het poolgebied te kunnen?

Slide 6 - Question ouverte

Poten die een tak stevig vast kunnen pakken
Poten met scherpe klauwen
Poten met zwemvliezen
Poten voor ondiep water
Zangvogel
Watervogel
Steltloper
Roofvogel

Slide 7 - Question de remorquage

vogel met klauwen 
aan de poten
vogel met lange 
poten die voedsel 
zoekt in ondiep water
vogel met poten die zich 
goed kunnen vastklem-
men aan een tak
vogel met waterafstotende veren en zwemvliezen
Watervogel
Roofvogel
Steltloper
Zangvogel

Slide 8 - Question de remorquage

rechte, spitse snavel om insecten te vangen
lange, dunne snavel om voedsel te vangen in ondiep water of in een zanderige bodem
Pincetsnavel
Priemsnavel

Slide 9 - Question de remorquage

brede snavel om voedsel uit het water te zeven
korte snavel om zaden te kraken
korte, kromme snavel om een prooi in stukken te scheuren
Haaksnavel
Kegelsnavel
Zeefsnavel

Slide 10 - Question de remorquage

Priemsnavel
Pincetsnavel
Zeefsnavel
Haaksnavel
Kegelsnavel

Slide 11 - Question de remorquage

Leg uit waarom een mol een gestroomlijnd lichaam nodig heeft.

Slide 12 - Question ouverte

Voortbeweging door het water is                             dan door de lucht. Dit komt doordat de weerstand van water                                is. Waterdieren zijn zo aangepast dat ze toch snel kunnen zwemmen. Hun lichaam is                              gestroomlijnd dan het lichaam van de meeste landdier-en. Veel vissen hebben een                              huid doordat de huid be-dekt is met                              en                              . Bovendien heeft het lichaam                             uitsteeksels. De voortbeweging komt tot stand door beweging van de                              . Door de                                blijft de vis rechtop in het water.
weinig
slijm
overige vinnen
groter
gladde
moeilijker
schubben
staartvin
beter

Slide 13 - Question de remorquage

Welke dieren lopen de kleinste kans om snel weg te zakken in een
drassige bodem? Leg je antwoord uit.

Slide 14 - Question ouverte

Roofvogels en uilen jagen op prooidieren. Roofvogels jagen vooral overdag, uilen vooral in de schemering en 's nachts. Welk ander zintuig (naast het zicht) moet bij uilen zeer goed ontwikkeld zijn om een prooi te kunnen waarnemen?
A
De reukzin
B
De tastzin
C
Het gehoor

Slide 15 - Quiz

behaarde bladeren
verzonken huidmondjes
dik
waslaagje

Slide 16 - Question de remorquage

behaarde bladeren
verzonken huidmondjes
dik waslaagje
behaarde bladeren

Slide 17 - Question de remorquage

Leg uit waarom de stengels van water-en moerasplanten hol zijn van binnen.

Slide 18 - Question ouverte

Leg uit waarom schaduwplanten vooral in het voorjaar bloeien.

Slide 19 - Question ouverte

plant die voorkomt op een plek waar veel schaduw is
plant die voorkomt op een plek waar veel zonlicht is
plant met hechtwortels of ranken om zich vast te houden aan muren en andere planten
Klimplant
Schaduwplant
Zonplant

Slide 20 - Question de remorquage

krans van bladeren die vlak boven de grond op hetzelfde punt aan de plant zitten
laagje op de bladeren van planten dat verdamping tegengaat
schaduwplant
Voorjaarsbloeier
Waslaagje
Wortelrozet

Slide 21 - Question de remorquage

Landplanten in een:
vochtig milieu
droog milieu
Aantal huidmondjes
Afmeting bladeren
Bladoppervlak
Ligging huidmondje
aan het oppervlak
diep verzonken
Waslaag
Wortelstelsel
…                   ontwikkeld
…                   ontwikkeld
veel
weinig
groot en plat
klein en dik
kaal
behaard
dun
dik
zwak
goed

Slide 22 - Question de remorquage

De meeste planten hebben huidmondjes aan de onderkant van de bladeren, maar water-
lelies niet. Leg uit waarom niet.

Slide 23 - Question ouverte

Bij waterlelies steken de bloemen
boven het water uit.
Leg uit waarom.

Slide 24 - Question ouverte

Bij veel landplanten is de opperhuid van de bladeren bedekt met een waslaagje.
Wat is de functie van dit waslaagje?

Slide 25 - Question ouverte