02 Leidinggeven

Werkoverleg & werkplanning
PVB Kerntaak 4 Opdracht 2 




PVB Kerntaak 4 Opdracht 2 
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
HandelMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Werkoverleg & werkplanning
PVB Kerntaak 4 Opdracht 2 




PVB Kerntaak 4 Opdracht 2 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak een doel als stageopdracht en verwerk dit in je logboek

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbereiding en verslaglegging (notulen) lever je in als bewijsstuk 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbereiding lever je in als bewijsstuk 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blz. 152

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:34
Welke technische vaardigheden heb jij nodig op je stageplek?
timer
1:30

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

01:11
A)Werk in tweetallen. Beschrijf de ideale leidinggevende aan elkaar.
B Waren jullie het met elkaar eens? Waarover wel en waarover niet?
timer
3:00

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

https://digitaal.boomonderwijs.nl/bbo/books/75441/2020-1e375315-bcf1-4c7b-9555-ded41e6d4564--Theorie-id-44f28977-f80d-4e6a-8b89-5de67ff3da2f.xml
Het beslissingsmodel helpt je om medewerkers op een rationele manier uit te leggen waarom een beslissing is genomen.
Bedenk twee concrete voorbeelden van beslissingen waarbij het beslissingsmodel handig kan zijn om te gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan situaties in je eigen Stage.
timer
5:00

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 1- Plan
  • Vaststellen wat er verbeterd moet worden
  • PROBLEEM!!!
  • Probleem kiezen door prioriteit

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 2 - Do
  • Aan de slag!
  • Juiste aanpak
  • Samenstelling team

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 3 -Check
  • Controle!
  • Doel behaald?
  • Stappen juist uitgevoerd?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 4 - Act
  • Accepteren en aanpassen
  • Stap pas afsluiten als verbeterteam tevreden is

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 5 - Borgen
  • Zorgen dat het zo blijft!!!

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat past het beste bij de Plan-fase?
A
De juiste dingen doen
B
De dingen juist doen
C
Vaststellen of het succesvol was
D
Verbeteringen vasthouden

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat past het beste bij de Do-fase?
A
De juiste dingen doen
B
De dingen juist doen
C
Vaststellen of het succesvol was
D
Verbeteringen vasthouden

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat past het beste bij de Check-fase?
A
De juiste dingen doen
B
De dingen juist doen
C
Vaststellen of het succesvol was
D
Verbeteringen vasthouden

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat past het beste bij de Borgfase?
A
De juiste dingen doen
B
De dingen juist doen
C
Vaststellen of het succesvol was
D
Verbeteringen vasthouden

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen organiseren en coördineren
A
Organiseren doet een manager de hele dag door en coördineren alleen van te voren
B
coördineren doet een manager de hele dag door en organiseren niet
C
Er is geen verschil . Het is het zelfde.
D
Coördineren lijkt meer op controleren en organiseren meer op delegeren

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voorbeeld van coördineren is:
A
Een vergadering plannen
B
Omzetcijfers beoordelen en mededelen met de medewerkers
C
Zorgen dat alle medewerkers met pauze kunnen
D
Vragen aan de medewerkers wie er volgende week kan werken op zaterdag

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Saskia is manager in een drogisterij. Er moet nog veel gebeuren voor sluitingstijd en dat is al over een uur. Daarom delegeert Saskia het schoonmaken van de winkel naar verkoopmedewerker Daan . Af en toe loopt Saskia toevallig langs en geeft ze Daan extra aanwijzingen: ‘Heb je het derde gangpad al gehad?’ en ‘Vergeet je niet de prullenbakken te legen?’

In welke valkuil is Saskia hier getrapt?
A
De medewerker aan zijn lot overlaten,
B
De medewerker niet de bevoegdheid geven om de gedelegeerde taak uit te voeren.
C
Er te veel bovenop zitten,

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschrijf kort twee routinewerkzaamheden in jouw leerbedrijf. Schrijf voor elk van deze werkzaamheden een enkelvoudige en een meervoudige taakopdracht.

Zorg ervoor dat de taakopdrachten duidelijk zijn.
timer
5:00

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is het belangrijk dat je zowel teamgericht 
als individueel gericht leidinggeeft? Leg je antwoord uit.

Slide 40 - Diapositive

sommige problemen alleen als groep of juist alleen als individu kunt oplossen. Een ander mogelijk antwoord is dat team en individu niet zonder elkaar kunnen: een team functioneert zo goed als de ‘zwakste schakel’ en een individu bereikt meer wanneer er goed kan worden samengewerkt.

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Spanwijdte: # med die je leidt
Omspanningsvermogen: max die leiding kunt geven om controle te behouden

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 47 - Diapositive

laissez faire-laat maar waaien
coaching; meewerkend