THEATER MAKEN | LES 1 Scène opbouw en Conflict

THEATER MAKEN | LES 1
Scène opbouw en Conflict
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMBOMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3Studiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

THEATER MAKEN | LES 1
Scène opbouw en Conflict

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OPWARMER | NAMENBAL
Onze afspraken tijdens drama
1. Luister naar elkaar en praat er niet doorheen.
2. Ga voorzichtig om met elkaar en ons materiaal.
3. Blijf bij je groepje en werk samen aan de opdracht.
4. Heb respect voor elkaar.
5. Telefoon in je kluisje.

Heeft docent hand omhoog? = wees stil en luister naar de uitleg.

Slide 2 - Diapositive

Bespreek kort de regels van drama.
Tijdens de vorige les heeft elke klas afspraken met elkaar gemaakt. Dit is een samenvatting van alle afspraken.
Wat gaan we doen?
  • Kennis opfrissen over scène maken, zoals
      scène opbouw en conflict.
  • Oefenen met scène opbouw.
  • Tweetallen maken en oefenen voor de laatste speltoets : Theater maken

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Scène opbouw                              

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Scène opbouw                              
Begin - Midden - Einde

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Scène opbouw                              
Welke spelgegevens maak je duidelijk in het begin van je scène?
  • Wie duidelijk maken: Welke personages zien we? Wie zijn zij, wat is hun relatie, wat willen ze?
  • Wat duidelijk maken: Wat is de situatie? Wat zien we de personages doen of waar hebben zij het over?
  • Waar duidelijk maken: Wat is de locatie. Waar speelt de scène zich af (en wanneer?)
Begin - Midden - Einde

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dan een conflict?
  • De 3 W's (spelgegevens): Wie - Wat - Waar.
    Wie: Personages. Wie zijn zij, wat is hun relatie, wat willen zij?
    Waar: Locatie. Waar speelt de scène zich af (en wanneer?)
    Wat: Situatie. Wat gebeurt er of wat doen de personages?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dan een conflict?
  • De 3 W's (spelgegevens): Wie - Wat - Waar.
    Wie: Personages. Wie zijn zij, wat is hun relatie, wat willen ze?
    Waar: Locatie. Waar speelt de scène zich af (en wanneer?)
    Wat: Situatie. Wat gebeurt er of wat doen de personages?

  • Bij de Wat (situatie) ontstaat altijd een probleemEr gaat iets fout of stuk of iemand krijgt niet wat ie wilt:

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dan een conflict?
  • De 3 W's (spelgegevens): Wie - Wat - Waar.
    Wie: Personages. Wie zijn zij, wat is hun relatie, wat willen ze?
    Waar: Locatie. Waar speelt de scène zich af (en wanneer?)
    Wat: Situatie. Wat gebeurt er of wat doen de personages?

  • Bij de Wat (situatie) ontstaat altijd een probleemEr gaat iets fout of stuk of iemand krijgt niet wat ie wilt: ruzie = Conflict

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Scène opbouw                              
Wat doe je in het midden van een scène?
  • Probleem laten ontstaan: Wat willen de personages, wat is hun doel? en wie of wat houdt hen tegen om dit te bereiken?
    Wie hebben een conflict?
  • Probleem erger maken: Doe dit in 2 stappen: Actie en Emotie
    De personages doen iets om hun doel te bereiken en vinden hier iets van.
Begin - Midden - Einde

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Scène opbouw                              
Wat doe je aan het einde van een scène?

  • Probleem oplossen: Wat is de oplossing voor het probleem?
  • Afronden: Loopt het goed of slecht af?

Publiek moet weten wanneer de scène is afgelopen en zij kunnen klappen. Spelers kunnen bevriezen of aflopen.
Begin - Midden - Einde

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelopdracht: De Diashow

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelopdracht: 
De Diashow
  1. Spreek af: wie is verteller / speler?
  2. De verteller begint met het sprookje.
  3. Met die informatie maken de spelers een eerste tableau.
  4. De verteller zal a.d.h.v. het tableau het verhaal verder vertellen.
  5. Dit duurt 3 dia's:
    Begin - Midden - Einde.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelopdracht: De filmavond

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Speloefening: 
De filmavond
  • De klas is opgedeeld in groepjes van 3.
  • Elk groepje gaat een deel van een scène spelen.

  • De docent begint een verhaal te vertellen.
  • Het eerste groepje speelt een deel van dit verhaal (begin, midden of einde).
  • De docent vertelt het verhaal verder tot het volgende punt (B-M-E).
  • Volgende groep speelt het verhaal verder, etc.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Speloefening: 
De filmavond
  • De klas is opgedeeld in groepjes van 3.
  • Elk groepje gaat een deel van een scène spelen.

  • De docent begint een verhaal te vertellen.
  • Het eerste groepje speelt een deel van dit verhaal (begin, midden of einde).
  • De docent vertelt het verhaal verder tot het volgende punt (B-M-E).
  • Volgende groep speelt het verhaal verder, etc.


Scèneopbouw:

Begin:     - Waar (Locatie)
                 - Wie (Personages)
                 - Wat (Situatie)

Midden: - Conflict (Probleem)
                 - Conflict erger maken 
                     (in actie en emotie)

Einde:     - Oplossing
Loopt het goed of slecht af?



Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Speloefening: 
Er was eens
  • Je schrijf in je groepje een korte scène a.d.h.v. het formulier.
  • 1 en 2 zijn het begin
    3 en 4 is het midden
    5 en 6 is het einde 
  • Straks laten de groepjes hun verhaal zien in 3 tableau's (begin-midden-einde)


Scèneopbouw:

Begin:     - Waar (Locatie)
                 - Wie (Personages)
                 - Wat (Situatie)

Midden: - Conflict (Probleem)
                 - Conflict erger maken 
                     (in actie en emotie)

Einde:     - Oplossing
Loopt het goed of slecht af?



timer
3:00

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Speltoets voorwaarde
  • Je maakt een tweetal. Tot de voorjaarsvakantie werk je elke les samen.

  • Kies een dialoog uit. Deze vind je in de jaarbijlagen van drama:
    (SOM > Jaarbijlagen > PDF "Jaar 2 dialogen 2 personen")

  • Ga de tekst een paar keer lezen en maak een keuze voor de speltoets:
  • De tekst houden.
  • De tekst een beetje aanpassen.
  • De tekst gebruiken als inspiratie en zelf een scène schrijven.
Niet persé met je vriend(in) maar iemand waar je geconcentreerd mee kan werken!

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions