Hoofdstuk 3.1 Licht en schaduw B3 les 1

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

H3: Licht
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 


Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie

Welkom Basis 3!
Ga zitten en start met:

Ga verder met de voorkennisnova- opdrachten H3. 




Jas over je stoel

Slide 2 - Diapositive

Practicum
Welkom Kader-3 
Start met opdracht 2, 4, 6 en 8 van 2,3 Temperatuur
Je hebt straks je laptop nodig                     START IN:



Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.
timer
3:00

Slide 3 - Diapositive

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 4 - Diapositive

H3: Licht
Introductie
  • § 3.1 Licht en schaduw
  • § 3.2 Spiegels
  • § 3.3 Lenzen
  • § 3.4 Een reëel beeld tekenen
  • § 3.5 Het oog
  • § 3.6 Het kleurenspectrum

Slide 5 - Diapositive

Lesprogramma
  1. Introductie H3
  2. Voorkennis
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Afsluiting 
  6. Huiswerk
  7. Nabespreking

Slide 6 - Diapositive

Huiswerkcontrole
Maak opdrachten op de examensite

Slide 7 - Diapositive

Voorkennis


  • Introductie film nova
  • Voorkennis opdrachten 1 t/m 7

Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen 3.1 Licht en schaduw
  1. Je kunt het verschil tussen directe en indirecte lichtbronnen benoemen.
  2. Je kunt lichtstralen tekenen.
  3. Je kunt het verschil tussen drie soorten lichtbundels uitleggen.
  4. Je kunt de schaduw construeren van een voorwerp waar licht op valt.

Slide 9 - Diapositive

Lichtbronnen
Een lamp is een directe en kunstmatige lichtbron.
De zon is een directe en natuurlijke lichtbron.
Een verlicht boek wordt zelf een indirecte lichtbron.
De maan kaatst het licht van de zon terug. De maan is een indirecte lichtbron.

Slide 10 - Diapositive

Lichtbronnen
Directe lichtbron
Een voorwerp dat zelf licht uitstraalt.

Indirecte lichtbron
Een verlicht voorwerp dat licht terugkaatst.


Slide 11 - Diapositive

Lichtstralen
Een lichtbron straalt lichtstralen uit.

Lichtstralen bewegen in rechte 
lijnen. Je tekent lichtstralen als 
rechte lijnen met een pijl erin. 
De pijl in de lijn geeft de richting 
van het licht aan (fig 5).
Teken lichtstralen altijd met een liniaal of een geodriehoek.

Slide 12 - Diapositive

Lichtbundels

Veel lichtstralen samen noem je een lichtbundel. 
Er zijn 3 lichtbundels:
1. Evenwijdige lichtbundel.


2.Divergente/Divergerende lichtbundel. 



3. Convergente/convergerende lichtbundel.

Slide 13 - Diapositive

De lichtstralen in dezelfde richting

Evenwijdige lichtbundel

Slide 14 - Diapositive

Divergente lichtbundel

De lichtstralen lopen uit elkaar.

Slide 15 - Diapositive

Convergente lichtbundel
De lichtstralen lopen naar elkaar toe.

Slide 16 - Diapositive

Schaduw
In figuur 4 is getekend hoe schaduw ontstaat.

Het licht kan niet door tafelblad heen:
1. Het wordt voor een deel geabsorbeerd 
2. Het wordt voor deel weerkaatst. 
      Hierdoor is er een gebied onder de tafel 
      waar geen licht komt. Dat gebied noem je            de schaduw van de tafel.


 

Slide 17 - Diapositive

Schaduw
Je kunt er als volgt achter komen hoe de schaduw van een voorwerp eruitziet:
Teken de randstralen. Dat zijn de lichtstralen die net niet door het voorwerp worden tegengehouden.
Arceer het gebied tussen deze randstralen. Dit is de schaduw van het voorwerp.
 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Samenvatting
  1. Een lichtbron is een voorwerp dat zelf licht uitstraalt.
  2. Een kunstmatige lichtbron is door mensen gemaakt.
  3. Een natuurlijke lichtbron komt voor in de natuur.
  4. Een verlicht voorwerp wordt zelf een indirecte lichtbron.
  5. Lichtstralen teken je als rechte lijnen met een pijl erin.
  6. De pijl in de lijn geeft de richting van het licht aan.
  7. Een lichtbundel is een verzameling lichtstralen.
  8. In een evenwijdige lichtbundel blijft de afstand tussen de lichtstralen gelijk.
  9. In een divergente lichtbundel bewegen de lichtstralen steeds verder uit elkaar.
  10. In een convergente lichtbundel bewegen de lichtstralen naar elkaar toe.
  11. De schaduw is het gebied waar lichtstralen niet kunnen komen.
  12. De randstralen zijn de rand van de schaduw.



Slide 20 - Diapositive

Aan de slag!
Maak opdracht: van paragraaf 3.1 Licht, schaduw en spiegels
1 t/m 4 en 9 t/m 12

Je mag samenwerken!

Slide 21 - Diapositive

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 22 - Carte mentale

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 23 - Carte mentale

Afsluiting: we weten.................
  1. Je kunt het verschil tussen directe en indirecte lichtbronnen benoemen.
  2. Je kunt lichtstralen tekenen.
  3. Je kunt het verschil tussen drie soorten lichtbundels uitleggen.
  4. Je kunt de schaduw construeren van een voorwerp waar licht op valt.

Slide 24 - Diapositive

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:
  • Zet in je planner!!
  • Maak opdracht: van paragraaf 3.1 Licht, schaduw en spiegels 1 t/m 4 en 9 t/m 12

Dank voor jullie aandacht!

Slide 27 - Diapositive

De les was leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage