Op de Werkvloer paragraaf 3

Op de werkvloer
Maatschappijleer
Carrièretijger 

paragaaf 3
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Op de werkvloer
Maatschappijleer
Carrièretijger 

paragaaf 3

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Zou je graag mee willen doen aan een grote loterij om veel geld te verdienen?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Is snel rijk worden belangrijk voor je?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Werkgevers en Werknemers
  • Werkgever =  personen die mensen in dienst hebben en deze betalen.
  • Werknemer = mensen die in dienst van een ander werken en daar geld voor krijgen.

Slide 5 - Diapositive

Werk
  • Werkgever is verplicht om zaken te regelen voor de werknemer.
  • Werknemer heeft minder verantwoordelijkheden, minder geld, maar kan ook makkelijker stoppen (bv. op vakantie)
  • Als je een eigen bedrijf hebt, ben je je eigen werkgever. 

Slide 6 - Diapositive

Verschillende belangen
  • Werknemers en werkgevers hebben verschillende belangen:
  • Veel uitbetaald krijgen (werknemer), maar niet veel willen betalen (werkgever).
  • Afspraken worden vaak algemeen vastgelegd: CAO (collectieve arbeidsovereenkomst). Afspraken voor heel beroep (bv alle leraren).

Slide 7 - Diapositive

Belangen
  • Werkgevers en werknemers kunnen dezelfde belangen hebben.
  • Maar ze kunnen ook verschillende belangen hebben.
  • Zowel werkgevers als werknemers hebben zich verenigd in vakbonden.

Slide 8 - Diapositive

Vakbonden
  • Je hebt veel verschillende vakbonden.
  • Al deze vakbonden samen vallen onder een vakcentrale.  
  • Zij komen op voor de belangen van hun groep.

Slide 9 - Diapositive

Belang van de werknemer
Belang van de werkgever
Loonsverhoging
lage arbeidskosten
Veel vakantiedagen
Veel winst maken
Mogelijkheid tot bijscholing
Goed personeel

Slide 10 - Question de remorquage

Werkgevers hebben altijd dezelfde belangen als werknemers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Regels
Binnen bedrijven gelden regels:
  1. Huis- of bedrijfsregels
  2. CAO-regels
  3. Regels die afgesproken zijn in je arbeidsovereenkomst.
  4. Wettelijke regels
  5. Omgangsregels

Slide 12 - Diapositive

Verschillende redenen waarom mensen zich aan de regels houden
  1. Normbesef (bepaalde regels vind je vanzelfsprekend) -> Internalisatie
  2. Gehoorzaamheid 
  3. Sociale controle (binnen een groep wordt druk op je uitgeoefend om je aan de waarden en normen van de groep te houden)
  4. Straf of beloning (sancties opleggen)

Slide 13 - Diapositive

Bij Sociale Controle:
A
Letten mensen op hoe je je gedraagt
B
Controleren mensen elkaars waarden
C
Verdedigt iedereen zijn belangen
D
Gaat het vooral om het afleren van aangeboren eigenschappen

Slide 14 - Quiz

Een ander woord voor beloning en straf is
A
Aangeleerd
B
Eigenschap
C
Sanctie
D
Imitatie

Slide 15 - Quiz

Als normen en waarden een vanzelfsprekend gedeelte van je gedrag zijn geworden, is er sprake van:
A
Een sanctie
B
Sociale controle
C
Imitatie
D
Internalisatie

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Welke regels vind jij vanzelfsprekend op school?

Slide 18 - Carte mentale

Straffen werkt altijd beter dan belonen
Ja
Nee

Slide 19 - Sondage