steunles NL fabels

Fabels in de literatuur
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Fabels in de literatuur

Slide 1 - Diapositive

Na deze les...

Kun je voorbeelden van dierensymboliek aanwijzen 
in een fabel. 




Slide 2 - Diapositive

Wat is een fabel?

Slide 3 - Carte mentale

Hoe noem je het als dieren als mensen worden voorgesteld.
A
antropologie
B
egelantier
C
antropomorf
D
ridderverhaal

Slide 4 - Quiz

Van den Vos Reynaerde :  de bekendste fabel 
  • Geschreven omstreeks 1250 door Willem

  • Dieren worden als mens voorgesteld (antropomorf)

  • Gebruikt elementen van de ridderroman

  • Satire 

  • De corruptie en schijnheiligheid van de adel en
      geestelijkheid worden aan de kaak gesteld

Slide 5 - Diapositive

Symboliek in fabels
Dierensymboliek
    • slang = duivel

    • vos = sluwheid

    • beer = hebzucht

    • hond = trouw

    Slide 6 - Diapositive

    Symboliek met dieren is van alle tijden
    • De Fabeltjeskrant

    • 1968-1992

    • kinderprogramma vlak voor bedtijd

    • Opdracht tijdens het kijken: welke dierensymboliek zie jij terug? 

    Slide 7 - Diapositive

    0

    Slide 8 - Vidéo

    Welke dierensymboliek zag je?
    Noem zoveel mogelijk voorbeelden.

    Slide 9 - Question ouverte

    Antropomorfe dieren zien we ook nu nog terug:

    Slide 10 - Diapositive

    Dieren in moderne Nederlandse literatuur
    Toon Tellegen

    Dierenverhalen: mier, eekhoorn en andere dieren.

    1995 Misschien wisten zij alles
    1999 De genezing van de krekel
    2006 De eenzaamheid van de egel
    2011 Het geluk van de sprinkhaan

    Slide 11 - Diapositive

    Leesopdracht
    -lees 3 verhalen (dobbelsteen?)
    - probeer in 1 of 2 regels samen te vatten wat er gebeurt in het verhaal
    -benoem van ieder verhaal de karakters/dieren
    -beschrijf hoe elk dier zich gedraagt (jaloers, hoopvol, onstuimig etc)
    -vertel welk verhaal je het leukst vindt en  waarom

    Slide 12 - Diapositive

    Slide 13 - Diapositive

    Ik heb deze les geleerd:

    Slide 14 - Question ouverte