CS | Zelfstandige les oefenverhaal

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Uitleg van deze les

Beluister dit audiofragment

Heb je er zin in!?

Typ je antwoord hieronder en klik op 'bewaar' om je antwoord op te slaan. Klik daarna op 'toon uitleg' om je antwoord te controleren.

Vragenlijst over je docent

Beluister dit audiofragment

https:

Creatief schrijven

Beluister dit audiofragment

Vind je de lessen over creatief schrijven leuk tot nu toe?

😒🙁😐🙂😃

Heb je veel geleerd bij de lessen over creatief schrijven tot nu toe?

😒🙁😐🙂😃

Creatief schrijven: opfrissen!

Beluister dit audiofragment

Aan welke drie dingen moet je denken als je een geloofwaardig personage wilt bedenken voor een fictieverhaal?

De meeste verhalen volgen hetzelfde basisplot. Hoeveel fases/stappen zitten er in dat basisplot?

1. 5
2. 6
3. 7
4. 8

Na de eerste fase (introductie van personage, plaats en tijd) komt de fase die we de 'point of attack' of 'doorbreking van de status quo' noemen. Leg uit wat er in die fase gebeurt.

Na de 'point of attack' moet een personage altijd reageren op wat er gebeurd is. Die reactie heeft dan bepaalde gevolgen. Daarna volgt een 'point of no return'. Wat houdt dat in?

Na de 'point of no return' volgt een fase met wendingen en intriges. Wat zijn wendingen en wat zijn intriges?

Het verhaal eindigt vaak met een nachtmerriefase en meteen daarna een climax. Leg uit wat deze fases inhouden.

Je hebt geleerd over 'show, don't tell'. Is de zin hieronder 'show' of 'tell'?

Het was vrijdagochtend toen Miranda wakker werd en er nog steeds niks veranderd was. Ze voelde zich enorm verdrietig.

1. Show
2. Tell

Je hebt geleerd over 'show, don't tell'. Is de zin hieronder 'show' of 'tell'?

Toen Bas haar zag stond zijn hart een paar seconden stil. Hij kreeg het direct warm en in zijn buik voelde hij kriebels.

1. Show
2. Tell

Show

Dirk zat nog steeds vast op de losgebroken ijsschots. Zijn hele vingers zagen blauw en er hingen ijspegels aan zijn neus. Het voelde alsof hij de wind kon horen suizen in zijn hoofd.

Don't tell

Dirk zat nog steeds vast op de losgebroken ijsschots. Hij had het heel erg koud. 

Beluister dit audiofragment

Welke manieren ken je nog om spanning te creëren?

Spanning creëren

1. Open plekken gebruiken

2. Het verhaal vertragen

3. Personage(s) in gevaarlijke situatie

4. Personage(s) in gevaarlijke omgeving

5. Cliffhangers gebruiken

6. Onverwachte wendingen gebruiken

7. De lezer aanwijzingen geven over de afloop

8. Een informatievoorsprong geven aan de lezer

Beluister dit audiofragment

Herschrijf de volgende zin tot een scène van 100 woorden. Maak het spannend en gebruik 'show, don't tell'

Linda was de laatste die het klaslokaal verliet

Opdracht

• Pak het personage en het basisplot/oefenverhaal waar je in de les aan begonnen bent erbij
• Breid je verhaal uit tot een lopend verhaal van 300 woorden
• Gebruik de manieren om spanning te creëren
• Maak zoveel mogelijk gebruik van show, don't tell

             

             Neem je verhaal de volgende les op papier mee! (= huiswerk)

Beluister dit audiofragment

En ook deze!

Heb je nog geen oefenverhaal?

Je gaat dan nu beginnen aan het maken van een oefenverhaal. Kies een van de foto's via de knop hieronder. Dat wordt je personage. Schrijf over dat personage een verhaal van 300 woorden waarin de fases uit het basisplot terugkomen.

= huiswerk voor de volgende les!

Klik hier voor de foto's