3A 5.1 Genotype en fenotype les 1

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Start thema Erfelijkheid en evolutie
  • Leerdoel --> Je kunt omschrijven van het genotype is. 
  • Filmpje erfelijkheid --> 15 min. 
  • Uitleg basisstof 1 --> Genotypen en fenotypen
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 3 Erfelijkheid en evolutie
5.1 Genotype en fenotype les 1
5.2 Chromosomen
5.3 Genen en allelen
5.4 Transcriptie
5.5 De evolutietheorie
5.6 Geschiedenis, leven op aarde
5.7 DNA-technieken
5.8 Dominant of recessief
5.9 Kruisingen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over het onderwerp erfelijkheid?
Erfelijkheid & evolutie

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn erfelijke eigenschappen?
  • Eigenschappen zijn kenmerken.
  • Deze eigenschappen krijg je van ouders -> erfelijke eigenschappen.
  • Ze liggen op de chromosomen in je cellen. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chromosomen
  • Bevinden zich in de celkern
  • Ze bestaan o.a uit DNA  = informatie erfelijke eigenschappen
  • Mensen hebben 46 chromosomen in bijna elke cel.
  • Ze komen in paren voor (mensen --> 23 paren)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chromosomenkaart
  • Alle paren hebben een nummer
  • Paar 23: de geslachtschromosomen
  • XX = meisje
  • XY = jongen

Van elk paar heb je een chromosoom van je moeder en een chromosoom van je vader gekregen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Man XY                  vrouw   XX
  • Opgerold DNA
  • Komen voor in chromosomenparen (twee dezelfde chromosomen)
  • Mensen hebben 23 chromosomenparen (46 chromosomen)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eigenschappen op chromosomen
  • Gen = een klein deel van een chromosoom 
  • Een gen bevat informatie voor 1 erfelijke eigenschap
  • 2 Genen voor één erfelijke eigenschap (want je hebt een paar chromosomen) 
  • Een allel is een variatie op een gen.

Slide 10 - Diapositive

Bijvoorbeeld: je hebt een gen voor haarstructuur en een allel voorkrullen haar of een allel voor stijl haar
Chromosomen van andere soorten
Hoeveel chromosomen bevat een eicel van een veldmuis? 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Genotype
Het genotype is de informatie van alle erfelijke eigenschappen van het individu dat is geërfd van de ouders. 

Het genotype blijft het hele leven hetzelfde.


Het genotype wordt bepaald wanneer de 
eicel wordt bevrucht door een zaadcel.

                                                        

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meiose
  • Bij meiose worden geslachtscellen gemaakt --> dit zijn de zaadcellen of de eicellen.
  • De dochtercellen bevatten de helft van de chromosomen van de moedercel. Dus ook maar 1 gen voor een bepaalde erfelijke eigenschap.
Nr. 1 --> moedercel
Nr. 6 --> dochtercellen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevruchting
Een lichaamscel van een mens bevat 46 
chromosomen. Een eicel of zaadcel bevat de 
helft --> dus 23 chromosomen.

Als een eicel en zaadcel samensmelten
(= bevruchting) dan krijgt het kind 46 
chromosomen. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevruchting
Het kind heeft dus 23 chromosomen met erfelijke 
eigenschappen van de moeder gekregen en 
23 chromosomen met erfelijke eigenschappen van de vader. 
Deze chromosomen vormen paren en elk 
paar bevat genen voor een erfelijke 
eigenschap. 


Het 23ste paar zijn de geslachtschromosomen en 
bepalen of je een jongen (XY) of een meisje (XX) bent. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

Lezen 5.1 
Maken opdracht 1, 8 en 10


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 
  • Je kunt omschrijven wat een genotype is.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions