Gramm pv en zd

Grammatica les 1
PV & ZD
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Grammatica les 1
PV & ZD

Slide 1 - Diapositive

Persoonsvorm (PV)
Je begint bij het ontleden altijd met de persoonsvorm. We korten deze af met pv. De tekens die we ervoor gebruiken zijn ( ).

De persoonsvorm is altijd één werkwoord.

Slide 2 - Diapositive

Persoonsvorm (PV)
Je vindt hem op 3 manieren:

1. Een vraagzin maken. De pv komt dan vooraan te staan.

Is het al een vraagzin?
Dan kun je naar het eerste werkwoord kijken wat je ziet. Doe voor de zekerheid nog één van de andere twee proefjes. --->


Slide 3 - Diapositive

Persoonsvorm (PV)
2. De tijd veranderen.
Zet er een woord over de tijd bij. Het werkwoord dat verandert is de pv.

De hond loopt door het bos. -> De hond liep gisteren door
het bos.

Slide 4 - Diapositive

Persoonsvorm (PV)
3. Het aantal veranderen: 
De zin van enkelvoud naar meervoud veranderen (of andersom).
Het werkwoord dat automatisch mee-verandert is de pv.

  De hond loopt door het bos. -> De honden lopen door het bos.

Slide 5 - Diapositive

Zet de volgende aantekening in je schrift:

Slide 6 - Diapositive

Maak een vraagzin van de volgende zinnen.

Slide 7 - Diapositive

Kay neemt drie boterhammen mee naar school.

Slide 8 - Question ouverte

Mijn moeder wil de was niet meer strijken.

Slide 9 - Question ouverte

Vanavond ga ik naar de bioscoop.

Slide 10 - Question ouverte

Verander de tijd van de volgende zinnen.

Slide 11 - Diapositive

Ik ga om 16.00 uur naar mijn oma toe.

Slide 12 - Question ouverte

Hij zag mij gisteren in het park.

Slide 13 - Question ouverte

Morgen heb ik een wedstrijd om 10.00 uur.

Slide 14 - Question ouverte

Verander het aantal van de volgende zinnen.

Slide 15 - Diapositive

Jeroen loopt naar het huis van zijn vriend.

Slide 16 - Question ouverte

De ramen staan al de hele dag open.

Slide 17 - Question ouverte

Vanochtend scheen de zon nog!

Slide 18 - Question ouverte

Wat is de pv in de volgende zinnen?

Slide 19 - Diapositive

Na de voorstelling bleven we nog even hangen.

Slide 20 - Question ouverte

September was dit jaar erg nat.

Slide 21 - Question ouverte

De leraar heeft het proefwerk nagekeken.

Slide 22 - Question ouverte

Ajax kan de volgende ronde van de Champions League nog halen.

Slide 23 - Question ouverte

Joost vergiste zich dit keer niet.

Slide 24 - Question ouverte

Zinsdelen
Probeer zoveel mogelijk woorden bij elkaar vóór de persoonsvorm te zetten.

De kat van de buren met de lange staart | heeft | een muis |.
Een muis | heeft | de kat van de buren met de lange staart.| 

Slide 25 - Diapositive

Maak opdr 1 t/m 5 blz. 30+31

Slide 26 - Diapositive

Maak opdracht 1 en 2 op de volgende website.


Onthoud je scores

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien