Pedagogiek lesweek 7.7

Pedagogiek
Hoofdstuk 4
 SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Pedagogiek
Hoofdstuk 4
 SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN

Slide 1 - Diapositive

Periode 7
Week 1
4.1 Onderwijsbehoeften in kaart brengen
Week 2
4.2 Specifieke onderwijsbehoefte: Taal en spraak
Week 3
4.3 Specifieke onderwijsbehoefte: Lezen, spellen, schrijven
Week 4
4.4 Specifieke onderwijsbehoefte: Rekenen
Week 5
4.5 Overige specifieke onderwijsbehoeften (DCD)
Week 6
4.5 Overige specifieke onderwijsbehoeften (NLD)
Week 7
4.5 Overige specifieke onderwijsbehoeften (hoogbegaafdheid) 
Week 8/9
Herhaling, presentaties, kennistoets 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Een leerprobleem is blijvend en zorgt steeds weer voor belemmeringen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Op welke manieren kunnen onderwijsbehoeften aangeboden worden?
A
Instructie
B
Evaluatie
C
Opdrachten
D
Groepsgenoten

Slide 12 - Quiz

Waar staan de letters voor bij SMART?

Slide 13 - Question ouverte

Wanneer zit een kind in de taalgevoelige periode?
A
Tot 2 jaar
B
Tot 4 jaar
C
Tot 6 jaar
D
Tot 8 jaar

Slide 14 - Quiz

Bij een normaal verloop van de spraakontwikkeling kan een kind vanaf 4 jaar
A
Goed geformuleerde zinnen vormen
B
Verhaaltje navertellen aan de hand van plaatjes
C
Spontaan verhaaltjes vertellen
D
Voor de helft verstaanbaar praten

Slide 15 - Quiz

Wat is waar over stotteren?
A
Het is een psychische aandoening
B
Stotteren heeft invloed op je intelligentie
C
Een kind voelt het vaak zelf al aan wanneer een woord verkeerd gaat.
D
Je kunt niet zingen als je stottert

Slide 16 - Quiz

Dyslexie is een leerachterstand
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Wat is pre-teaching?

Slide 18 - Question ouverte

Welke vorm van dyscalculie hoort er niet bij
A
Visueel-inzicht dyscalculie
B
Getalkennis dyscalculie
C
Procedurele dyscalculie
D
Geheugen dyscalculie

Slide 19 - Quiz

Wat is waar over kinderen met DCD? (meer antw. mogelijk)
A
Zijn geneigd zich terug te trekken
B
Hebben last van bewegingsonrust
C
Kunnen moeite hebben met tanden poetsen
D
DCD gaat over je cognitie

Slide 20 - Quiz

Waar staat NLD voor?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is een executieve functies?
A
Emoties reguleren
B
Netjes schrijven
C
Hoog IQ
D
Hoofd rekenen

Slide 22 - Quiz

Iemand met een hoogbegaafdheid is heel creatief
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Wat kun je nu doen?
  • Je kunt verder met het afronden van je einddossier
  • Vraag feedback aan mij of je medestudenten
  • Bekijk de feedback van periode 2 nog eens
  • Klaar? Aan de slag met een ander vak.

  • Deadline: Zondag 2 april
  • Herkansing: Zondag 23 april

Slide 24 - Diapositive