Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
H 5.5: Woorden
DOEL van vandaag:
Je leert ongeveer 20 nieuwe woorden.
Je weet wat de woorden betekenen.
Je kan de woorden uitleggen en gebruiken.
Slide 1 - Diapositive
H 5.5: Woorden
Welke woorden weet je al?
Ga naar blz. 101.
Leg een blad papier over de kolom 'betekenis' van de woordenlijst.
Lees de woorden. Hoe goed ken jij ze? Zet een kruisje in de goede kolom.
Ben je klaar? Ga verder met opdracht 4.
Slide 2 - Diapositive
H 5.5: Woorden
Tekst: Verkouden? Draag een mondkapje!
Lees de tekst op blz. 102.
Wat is de betekenis van 'asociaal'?
Geef een eigen voorbeeld van 'asociaal' gedrag?
Slide 3 - Diapositive
H 5.5: Woorden
Zelfstandig de nieuwe woorden oefenen!
Ga naar blz. 105.
Maak opdracht 8.
Maak opdracht 9.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Lezen
timer
10:00
Slide 6 - Diapositive
Huiswerk
Blz. 105:
opdracht 9.
Slide 7 - Diapositive
H 5.5: Woorden
DOEL van vandaag:
Je kan de betekenis van een woord uitleggen.
Je kan zinnen vormen waarin een nieuw woord voorkomt.
Je weet het verschil tussen spreekwoorden en uitdrukkingen.
Slide 8 - Diapositive
H 5.5: Woorden
Welke woorden weet je nog?
Ga naar blz. 106.
a) Welk woord past erbij? Schrijf het onder de afbeelding.
b) Maak een correcte zin met dat woord.
Slide 9 - Diapositive
H 5.5: Woorden
Tekst: Train je stad!
Lees de tekst op blz. 103.
Wat is de betekenis van 'genomineerd'?
Slide 10 - Diapositive
H 5.5: Woorden
Spreekwoorden en uitdrukkingen
... zijn woorden of zinnen met een speciale betekenis.
Slide 11 - Diapositive
H 5.5: Woorden
Spreekwoorden en uitdrukkingen
... zijn woorden of zinnen met een speciale betekenis.
Voorbeeld: Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
Lida maakt van een mug een olifant.
Slide 12 - Diapositive
H 5.5: Woorden
Spreekwoorden en uitdrukkingen
... zijn woorden of zinnen met een speciale betekenis.
Wat is het verschil?
Een spreekwoord is een hele zin. De woorden van die zin kun je niet veranderen.
Een uitdrukking is altijd een deel van een zin. De woorden kun je soms veranderen.
Slide 13 - Diapositive
H 5.5: Woorden
Spreekwoord of uitdrukking?
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
Lida maakt van een mug een olifant.
Slide 14 - Diapositive
H 5.5: Woorden
Spreekwoorden en uitdrukkingen
Oefenen:
In opdracht 15c staan 5 spreekwoorden en uitdrukkingen. Schrijf de betekenis op.
Schrijf één spreekwoord of uitdrukking op die jij vaak gebruikt.
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Lezen
timer
10:00
Slide 17 - Diapositive
Herhalen
Wat is het verschil tussen een spreekwoord en een uitdrukking?
Wat is waar over deze woordgroepen:op dreef zijn - in de vingers hebben - op peil blijven
A: Eén is een spreekwoord, de andere twee zijn uitdrukkingen. B: Het zijn alle drie spreekwoorden. Daarvan veranderen de woorden nooit. C: Het zijn alle drie uitdrukkingen. Je mag de woorden veranderen in een zin.
Slide 18 - Diapositive
Huiswerk
Blz. 104:
Opdracht 15c: 5 spreekwoorden en uitdrukkingen. Schrijf de betekenis op.
Schrijf één spreekwoord of uitdrukking op die jij vaak gebruikt.