Taal Thema 4 les 19 en 20

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 8

Taal thema 4, les 19

Herhaling: 

 Lijdende en bedrijvende zin

Voert het onderwerp de handeling uit?
Anika knipt een foto uit.

Voert het onderwerp de handeling uit?
Ze pakt het plakboek en de lijm.

Voert het onderwerp de handeling uit?Hartjes worden door haar om de foto getekend.

Voert het onderwerp de handeling uit?
Ze bekijkt elke avond haar plakboek.

Voert het onderwerp de handeling uit?
De foto's worden door haar gekust.

Voert het onderwerp de handeling uit?
Anika koestert een papieren liefde.

De jongensband Huggy Bears geeft een concert.

1. Lijdend
2. Bedrijvend

De jongens zien veel jonge fans.

1. Lijdend
2. Bedrijvend

De leadzanger wordt door meisjes onweerstaanbaar gevonden.

1. Lijdend
2. Bedrijvend

De smachtende meisjes blokkeren het verkeer.

1. Lijdend
2. Bedrijvend

Bloemen en beertjes worden door de meisjes gegooid

1. Lijdend
2. Bedrijvend

De straat wordt door de politie schoongeveegd.

1. Lijdend
2. Bedrijvend

Maak hiervan een lijdende zin:
De jongensband Huggy Bears geeft een concert.

Maak hiervan een lijdende zin:
De jongens zien veel jonge fans.

Maak hiervan een lijdende zin:
De smachtende meisjes blokkeren het verkeer.

Maak hiervan een lijdende zin:
Mijn vriendin en ik adoreren je.

Maak hiervan een lijdende zin:
We verzamelen alles.

Maak hiervan een lijdende zin:
We beluisteren elke dag je muziek.

Ik kan van een bedrijvende zin een lijdende zin maken.

Niet echt

Een beetje

Vaak wel

Ja!