Donderdag 17-02

Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?
1 / 13
suivant
Slide 1: Question ouverte
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?

Slide 1 - Question ouverte

Tijdens sporten vindt in het autonome zenuwstelsel vooral impulsoverdracht plaats in het orthosympatische deel, waardoor minder bloed naar de verteringsorganen stroomt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Over het merg in de hersenen worden de volgende beweringen gedaan:
1. In het merg komt myeline voor.
2. In de cellen van Schwann (myelineschede) komen geen Na kanalen voor.
3. In het merg vindt verwerking van impulsen plaats, waardoor je je bewust wordt van prikkels.
Welke van deze beweringen is (zijn) juist?
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2.
C
De beweringen 1 en 2.
D
De beweringen 1 en 3.

Slide 3 - Quiz

Wat is een endocriene klier?

Slide 4 - Question ouverte

Bij bepaalde oogbehandelingen wordt vocht op het oog gedruppeld om ooglidbeweringen te voorkomen.
Via welk deel van het centrale zenuwstelsel verlopen de impulsen bij de ooglidreflex?
A
Via de groten hersenen
B
Via de hersenstam
C
Via de kleine hersenen
D
Via het ruggenmerg

Slide 5 - Quiz

Welke 3 typen zenuwen zijn er?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Wat is een neurotransmitter? En wat doet een neurotransmitter?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe wordt de sterkte van de samentrekking van een spier geregeld?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Lien

Ontdekken (blz. 9)
Opdracht 1

Slide 12 - Diapositive

PowerPoint karaoke

Slide 13 - Diapositive