Herhaling voorstelling en vormgeving

• Tekenen
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

Voorstelling en vormgeving

Voorstelling

Wat stelt het voor?

Vormgeving

Hoe is het gemaakt?

Voorstelling & vormgeving

Aandachtspunt

voorstelling & compositie

Hoe is het gemaakt?

Aandachtspunt

Hoe is het gemaakt?

Voorstelling: Blikrichting, ze kijken allemaal naar hem

Aandachtspunt

Hoe is het gemaakt?

Voorstelling: Houding, hij zit op zijn knieën als enige

Aandachtspunt

Hoe is het gemaakt?

Voorstelling: Kleding, hij heeft gescheurde kleding/ ontbloot bovenlijf

Aandachtspunt

Hoe is het gemaakt?

Vormgeving: Aspect compositie

hij zit midden vooraan/hij is het grootst

Aandachtspunt

Hoe is het gemaakt?

Vormgeving: Aspect licht

hij zit het meeste in het licht

Noem een aspect van de voorstelling waardoor de vrouw vooraan het meeste opvalt.

ANTWOORD

Mogelijke antwoorden:

Ze kijkt naar de zijkant, de anderen kijken meer richting haar.

Ze staat helemaal rechtop en gaat met haar hand door het haar, een zelfverzekerde houding.

Noem een aspect van de vormgeving waardoor de vrouw vooraan het meeste opvalt.

ANTWOORD

Mogelijke antwoorden:

Compositie:
Ze staat in het midden van de foto, centraal compositie/ Ze staat vooraan in het beeldvlak.

Noem twee aspecten van de voorstelling waardoor Swimming Pool op een zwembad lijkt.

voorbeelden van juiste aspecten van de voorstelling:

trapje

lampen

(verhoogde) rand
water / waterspiegel
golfjes

ANTWOORD

Noem twee aspecten van de voorstelling waardoor Swimming Pool op een zwembad lijkt.

voorbeelden van juiste aspecten van de voorstelling:

 je ziet een zwembadtrapje

 er zijn lampen onderwater

 een (verhoogde) rand

 er lijkt water in te zitten / je ziet de waterspiegel

 er zijn (water) golfjes

voorbeelden van juiste aspecten van de voorstelling:

trapje

lampen

(verhoogde) rand
water / waterspiegel
golfjes

Noem drie aspecten van de vormgeving die verwijzen naar een zwembad. Leg je antwoord steeds uit.

kleur: Blauw verwijst naar de gangbare kleur om water te verbeelden.
Blauw verwijst naar de gangbare kleur voor zwembaden.
licht: plaatselijke aanwezigheid van licht
spiegeling op het water
textuur: rimpeling / golving van het water

vorm: rechthoekig, net zoals veel zwembaden zijn

afgeronde randen, net zoals veel zwembaden hebben

materiaal: Het glas dat even transparant is als water, wat de indruk van een zwembad versterkt.
het water dat ook in zwembaden aanwezig is
stenen omranding, zoals veel zwembaden hebben

ANTWOORD

Noem twee aspecten van de vormgeving waardoor Swimming Pool op een zwembad lijkt.

voorbeelden van juiste aspecten van de vormgeving:

voorbeelden van juiste aspecten van de voorstelling:

trapje

lampen

(verhoogde) rand
water / waterspiegel
golfjes

Leg uit aan de hand de aspecten kleur, compositie, licht en ruimte waardoor de benzinepompen het meest opvallen.

ANTWOORD

Leg uit aan de hand van de aspecten kleur, compositie, licht en ruimte waardoor de benzinepompen het meest opvallen.

Kleur: complementair contrast van het rood t.o.v. het groen.

Compositie: de pompen staan in het midden van de afbeelding, centraal compositie

Licht: sterk lichtdonker-contrast tussen de witte delen van de pompen en de donkere achtergrond van de bomen in de schaduw. 

Ruimte: de pompen overlappen de achtergrond /staan op een perspectieflijn richting een verdwijnpunt op de horizon.

Pluto en Proserpina is een marmeren beeldhouwwerk van Gianlorenzo Bernini. Hij maakte het sculptuur tussen 1621 en 1622, toen hij slechts 23 jaar oud was. 

Op het beeld is te zien hoe 

Pluto de jonge Proserpina naar de onderwereld meeneemt. 

Op de achtergrond is de driekoppige waakhond van de onderwereld te zien, Cerberus. Dit werk is een voorbeeld van de barok.

Noem 3 aspecten van de voorstelling waaraan je kunt zien dat ze niet meegenomen wil worden.

ANTWOORD

1. Ze draait haar lichaam weg van haar belager, ze wil vluchten.

2. Ze duwt met haar hand tegen het hoofd van Pluto om hem weg te krijgen.

3. Je ziet aan de 'indruk' in het lichaam van Proserpina dat Pluto kracht moet zetten, ze probeert uit zijn greep los te komen.

4. Haar gezicht kijkt angstig: opengesperde mond en ze kijkt niet naar hem maar de andere kant op. Ze wil vluchten.