Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
woordsoorten
Woordsoorten
1 / 27
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
27 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordsoorten
Slide 1 - Diapositive
Doel
Ik kan/weet:
-
werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, lidwoorden,(stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden, voorzetsels, wederkerende vnw, wederkerige vnw, persoonlijke vnw en bezittelijke vnw
herkennen in een zin
Slide 2 - Diapositive
Werkwoord
Zegt iets wat iemand doet of wat er gebeurt
Een werkwoord kan je vervoegen
Gaan: ga, gaat, gaan, ging, gingen, gegaan
Ken
jij het borstbeeld van Ronaldo?
Kunstenaar Emanuel Santos
heeft
het bronzen beeld g
emaakt
.
Slide 3 - Diapositive
Welke werkwoorden staan in deze zin?
Ik word morgen 16 jaar.
Slide 4 - Question ouverte
Welke werkwoorden staan in deze zin?
Heb ik een goed cijfer voor de toets gehaald?
Slide 5 - Question ouverte
Zelfstandig naamwoord
Een mens, dier, plant, ding of gevoel
Een naam
kan er meestal een lidwoord voor zetten
tante, tijger, paardenbloem, frisdrankglas, september
Sam, Antwerpen, Pelt, verdriet
Slide 6 - Diapositive
Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in deze zin?
Heb ik een goed cijfer voor de toets?
Slide 7 - Question ouverte
Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in deze zin?
Melissa en Anna hebben het huiswerk in hun agenda geschreven.
Slide 8 - Question ouverte
Lidwoord
Staat voor het zelfstandig naamwoord
De, het en een
Bepaald: de en het
Onbepaald: een
Slide 9 - Diapositive
Wat zijn de lidwoorden in deze zin?
Wil jij de telefoon in de tas doen?
Slide 10 - Question ouverte
Wat zijn de lidwoorden in deze zin?
Ik maak het huiswerk niet
Slide 11 - Question ouverte
Bijvoeglijk naamwoord
Vertelt iets over het zelfstandig naamwoord
Staat meestal voor het znw
Dat is een
leuke
film. Ik heb een
nieuw
huis gekocht.
Staat soms achter het znw
Die film is
leuk
. Het huis is
nieuw
.
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord:
zegt van welk materiaal iets gemaakt is
Een
gouden
oorbel, een
plastic
emmer
Slide 12 - Diapositive
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in deze zin?
Een aardige agent bood wel aan om me naar mijn warme huis te brengen.
Slide 13 - Question ouverte
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in deze zin?
Tijdens de saaie les geschiedenis zei de docent dat de toets moeilijk is.
Slide 14 - Question ouverte
Voorzetsel
Een (kort) woord dat de plaats, tijd of oorzaak aangeeft
Zijn boek lag
op
de kast.
We hebben Nederlands
na
de pauze.
Ik gleed uit
door
de sneeuw.
Slide 15 - Diapositive
Welk voorzetsel staat in deze zin?
Ga jij morgen naar het schoolfeest?
Slide 16 - Question ouverte
Welke voorzetsels staan in deze zin?
Morgen ga ik met jou een film kijken om tien uur.
Slide 17 - Question ouverte
Voornaamwoorden
persoonlijk
bezittelijk
wederkerend
wederkerig
Slide 18 - Diapositive
Persoonlijk voornaamwoord
Slide 19 - Diapositive
Welk pers. vnw. staat in deze zin?
Ga jij morgen naar het schoolfeest?
Slide 20 - Question ouverte
Het bezittelijk voornaamwoord
Het bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan. Je geeft aan dat iets van iemand is.
Vervang het woord door
'zijn'
, dan weet je of het een bezittelijke voornaamwoord is!
Dat is
haar
verrekijker. --> Dat is
zijn
verrekijker. -->
Haar
= bezittelijke voornaamwoord
Slide 21 - Diapositive
Welke bezit. vnw. staan er in deze zin?
Mijn moeder geeft jouw etui terug?
Slide 22 - Question ouverte
wederkerend voornaamwoord
Wederkerende voornaamwoorden zijn bijvoorbeeld
me, ons en zich
in zinnen als ik heb me gesneden, we vergissen ons, hij wast zich.
Slide 23 - Diapositive
Welk wederkerend vnw staat in deze zin?
Wij douchen ons altijd na de training?
Slide 24 - Question ouverte
wederkerige voornaamwoord
Wederkerige voornaamwoorden zijn de woorden
elkaar, elkander en mekaar.
Slide 25 - Diapositive
Welk wederkerig vnw. staat in deze zin?
Wij vinden elkaar heel erg leuk!
Slide 26 - Question ouverte
Vragen?
Zijn er nog vragen?
Slide 27 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Herhaling woordsoorten
Janvier 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
woordsoorten hv1
Novembre 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
woordsoorten
Septembre 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
wederkerend, wederkerig, + andere voornaamwoorden
Novembre 2020
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Herhaling woordsoorten
Janvier 2021
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica - alle woordsoorten op een rij
Mai 2022
- Leçon avec
51 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Woordsoorten 2 (M)HA
Avril 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoortbenoeming Blok 1 en 2 - Les 1 - L2HB L2AA
Septembre 2020
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2