Herhalen 5.1 t/m 5.3 en extra begrippen

Herhaling 3.1-3.4 en extra begrippen
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling 3.1-3.4 en extra begrippen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

         Er zijn nog meer manieren om kust te beschermen ...
De zee is telkens in beweging; eb en vloed werking en stormen verplaatsen continu het zand. 

Daar waar het zand te laag is om de kust te beschermen, spuiten we extra zand bij. Deze methode heet zandsuppletie. Hierbij wordt zand uit het zeewater gehaald en opnieuw op land gespoten.




Zandsuppletie bij Julianadorp, Den Helder

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zandmotor
In 2011 liet Rijkswaterstaat de zandmotor aanleggen aan de Zuid-Hollandse Noordzeekust. Dit is een groot kunstmatig schiereiland voor de kust gemaakt door middel van het verplaatsen van enorme hoeveelheden zand. De bedoeling is dat het zand door erosie en stroming door de jaren heen noordwaarts verplaatst wordt. Hierdoor zou het regelmatig opspuiten van zand op de kuststranden van Zuid-Holland overbodig moeten worden.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is zandsuppletie?
A
De dijken verhogen aan zee
B
het breder maken van stranden met zand
C
De bodem ophogen met zand
D
De duinen versterken

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Polders
Een polder is een door een dijk omgeven stuk land.  

Op de plek van een polder lag vroeger dus water of moeras.  Mensen hebben er land van gemaakt. Er is land  ingepolderd. De waterstand wordt geregeld door pompen. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een polder is dus een gebied waarbinnen de waterstand door mensen wordt geregeld.


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederland heeft ongeveer 4000 polders. 
De helft van het polderoppervlak van Europa ligt in Nederland. 
Bijna heel West- en Noord-Nederland 
 bestaat uit polderland.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een polder?
A
een gebied waar mensen het water naar de rivier pompen
B
een gebied in hoog Nederland waar mensen water wegpompen
C
een bedijkt gebied waar mensen de waterstand regelen
D
een gebied in Nederland waar molens staan

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nadeel inpoldering
Wanneer je water uit een klei of veen bodem haalt, kan de bodem inklinken. Dat is het dalen van de grond als de slappe ondergrond inzakt door het wegpompen van water.

Daarom moeten we de bodem in de polders wel nat genoeg houden om te veel bodemdaling tegen te gaan.


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroomgebied
Rivierstelsel

Waterscheiding
Het totale stelsel van de hoofdrivier + zijrivieren.

Grens tussen twee stroomgebieden (bijv. Rijn/Maas)
Gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier met zijrivieren.

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hier is het verval het groots
Hier is het verval het kleinst

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Het hoogte verschil tussen twee punten van de rivier
Het hoogteverschil per kilometer
Het verval
Het verhang

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een positieve waterbalans?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is grijs water?
A
Water uit de vaatwasser
B
Drinkwater uit de kraan
C
Regenwater voor tuinirrigatie
D
Afvalwater van bad, douche en wasmachine

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Water dat niet als grondstof in producten wordt verwerkt heet proceswater.
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Proceswater is...
A
Water voor irrigatie
B
Water om machines af te koelen
C
Water dat je tijdelijk opslaat
D
Water dat nodig is bij het maken van producten

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Watervervuiling bestaat uit thermische, organische en chemische vervuiling. Wat komt door koelwater?
A
Thermische
B
Organische
C
Chemische

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke omschrijving van watervervuiling is juist? Kies uit:
A
Brak water is water dat door de industrie is vervuild, en dat is dus niet-natuurlijke vervuiling.
B
Chemische vervuiling wordt vooral door de huishoudens veroorzaakt.
C
Het meeste afvalwater komt van de huishoudens en is organische vervuiling.
D
Thermisch vervuild water moet intensief gezuiverd worden voordat het te hergebruiken is.

Slide 21 - Quiz

Nederland B

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroomsnelheid controleren

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is sedimentatie?

Slide 24 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit wat een polder is.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe komt het water vanuit een polder in zee?

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hoort er niet bij?
We krijgen in Nederland water door:
A
grondwater van buurlanden
B
consumptie
C
regen en sneeuw
D
rivieren die naar Nederland stromen

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe heet onderdeel B?
A
Zomerdijk
B
Winterdijk
C
Oeverwal
D
Uiterwaard

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maas
Rijn
Maas
Rijn
regenrivier
gemengde rivier
groter stroomgebied
kleiner stroomgebied
groter verval in bovenloop
lager verval in bovenloop
lager debiet
hoger debiet

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Noodoverloop- en retentiegebieden

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Retentiegebied

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spaarbekkens bij de Biesbosch. Het beste Maaswater wordt doorgelaten en ondergaat voorfiltratie. 80.000 zwembaden aan water.

Slide 34 - Diapositive

Spaarbekkens bij de Biesbosch. Het beste Maaswater wordt doorgelaten en ondergaat voorfiltratie. 80.000 zwembaden aan water.
 Opslag in spaarbekkens
Dat zijn grote natuurlijke plassen zoals Biesbosch

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heel veel goederen zijn bestemd voor Ruhr gebied in Duitsland.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zorgt men ervoor dat de rivieren het hele jaar bevaarbaar blijven? 

Door stuwen en sluizen!

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sluizen reguleren het waterhoogte in de rivieren zodat schepen kunnen passeren.
Sluizen

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een barrière (drempel) over de breedte van een rivier, die regelt de hoogte van het waterpeil (deurtje open of deurtje dicht). 

STUW

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stuw
Sluis

Slide 40 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke rivier is belangrijk voor goederenvervoer in het Ruhrgebied?
A
Maas
B
Rijn
C
Seine
D
Donau

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions