was & were 1A BK

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Past tense of 'to be'

Goal: I can use the the past tense of to be in the correct context.  

Pay attention!!! where = waar en were = waren ( verleden tijd van zijn)

Past Simple of to be

• Present simple to be = am / is / are       (Tegenwoordig)
• Past simple to be = was / were                (Verleden)

• Past Simple > Iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen. 

Past Simple - TO BE

Fill in: I ...... in class an hour ago.

1. was
2. were

Fill in: You ...... happy in 2007.

1. was
2. were

Fill in: He .... in America last week.

1. was
2. were

Fill in: We .... home yesterday.

1. was
2. were

Fill in: They .... sick this morning.

1. was
2. were

ontkennend ( - )

Als je wil zeggen dat het niet zo is, plak je 'not' achter was of were. 

Bijvoorbeeld: 

I was not/ wasn't talking before.

We were not/ weren't talking before.

Vragend (?): 

Als je de zin vragend wil maken, verander je het onderwerp met was of were. 

Bijvoorbeeld:

Was I talking this morning?

Were they in love before?

De onderste zin staat in de positieve vorm (+).
Maak deze nu ontkennend(-) :

We were shopping this morning.

De onderste zin staat in de positieve vorm (+).
Maak deze nu ontkennend(-) :

I was very happy with my grade.

De onderste zin staat in de positieve vorm (+).
Maak deze nu vragend (?) :

We were shopping this morning.

De onderste zin staat in de positieve vorm (+).
Maak deze nu ontkennend(-) :

I was very happy with my grade.