Voorraadbeheer

Voorraadbeheer
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Q&AMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Voorraadbeheer

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorraad

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Goederen zijn..
A
Tastbaar
B
Niet tastbaar

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn goederen?
A
Dingen die je erg goed kan
B
Producten in een winkel of magazijn
C
Bonnen waarop staat wat er in een doos zit
D
Het bijvullen van vakken in een winkel

Slide 4 - Quiz

Test de kennis!
Wat zijn geen goederen?
A
tas
B
schoonmaken
C
pen
D
krant

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent voorraadadministratie?
A
Opschrijven van de artikelen die op voorraad zijn.
B
Bijhouden van het verloop van goederen in het bedrijf
C
Teveel aan voorraad van een bepaald artikel
D
Inventariseren van de voorraad

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom heeft een bedrijf altijd een minimum voorraad.
A
Het kost veel geld
B
Dan hoef je niet te zoeken
C
Dan kan je altijd alles verkopen of leveren
D
Om bederf tegen te gaan

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de minimum voorraad?
A
Het aantal artikelen dat niet in de winkel ligt, maar in het magazijn.
B
Het aantal artikelen dat op voorraad moet zijn om de verwachte afzet te verkopen.
C
Minimum voorraad is gelijk aan het bestelpunt.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Minimum voorraad
  • Minder van dit product mag niet in in de voorraad staan.
  • "Nee" verkopen in de horeca, kan niet.
  • Het bedrijfstype bepaalt de minimum voorraad.


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ARTIKELEN MET BARCODE
De barcode geeft informatie over de prijs en het artikel zelf. 
Bij de computerkassa wordt voorraad zelfs aangepast bij scannen barcode.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is inventariseren?
A
Artikelen bestellen
B
Voorraad tellen of balansen
C
Nagaan wat je moet bestellen
D
Bedenken welke artikelen je wilt verkopen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestellen
Vragen aan de leverancier om je goederen te brengen/leveren.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestelbon en orderbevestiging
  • Bestelbon: overzicht van wat je besteld hebt. Tegenwoordig vaak digitaal (op scherm)
  • Orderbevestiging: bevestiging van de bestelde artikelen.
  • Op de orderbevestiging staat het bestelnummer (ordernummer of inkoopordernummer). Dit nummer staat ook op de pakbon en de factuur. Met dit nummer kan de leverancier de bestelling terugvinden in het systeem
  • Elementen van een orderbevestiging (zie theorie)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

goederen ontvangen en opslaan

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

                               De pakbon
                                                                           - De pakbon gebruik je 
                                                                                voor de controle

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pakbon controleren
Pakbon
Vrachtbrief
Levering
Leverancier
Lossen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pakbon
opsomming van de geleverde goederen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vrachtbrief
opsomming van de goederen, gemaakt door de transporteur

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Open of gesloten magazijn
  • Open magazijn: iedere werknemer kan het magazijn inlopen
  • Gesloten magazijn: alleen magazijnbeheerders

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is FiFo
A
first in, first order
B
first in, first out
C
first in, first open
D
first in, first optional

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is FIFO?
A
oudste voorraad eerst opmaken
B
nieuwe voorraad eerst opmaken
C
nieuwe voorraad bestellen
D
voorraad pas bestellen als alles op is

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is LiFo?
A
Last-in Last-out
B
Last-in Last-over
C
Last in First out
D
Last-in Last-overdatum

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

FIFO
LIFO

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

OPSLAGMETHODE
manier om goederen op te slaan:

bijvoorbeeld in:
 (koud) koelkast of diepvries
(koel en droog) keukenkastje of voorraadkast.


Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opslag voeding: waar op letten?
Goederen niet op de vloer
Stellingkast of pallet
Niet te hoog stapelen
Etiketten leesbaar
Omgeving schoon en opgeruimd

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extra aandacht: levensmiddelen
volgens voorschriften van de voedselveiligheid

droog voedsel: magazijn (kamertemperatuur)
gekoeld voedsel: koelkast/koeling (max. 7 C)
diepgevroren voedsel: diepvries/vriesvak

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

diepvries
vriesvak
koeling
koelkast
magazijn

Slide 30 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions