Je kunt 4 verschillende ademhalingsorganen noemen van organismen
Je kunt de werking van celademhaling uitleggen
Je kunt de werking van tracheeën uitleggen
Je kunt de werking van kieuwen uitleggen
Je kunt de werking van longen van vogels uitleggen
Huiswerk T1 B6
Opdr. 1 t/m 8, 4k
OF uitdaging:
Opdr. 5 t/m 10, 4k
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
B6 Ademhaling bij dieren
Jas in je kluis
Spullen op tafel
Laptop/Leerwerkboek
Schrift
Tas van tafel
Lees blz. 42-44
timer
5:00
Kennen/Kunnen
Je kunt 4 verschillende ademhalingsorganen noemen van organismen
Je kunt de werking van celademhaling uitleggen
Je kunt de werking van tracheeën uitleggen
Je kunt de werking van kieuwen uitleggen
Je kunt de werking van longen van vogels uitleggen
Huiswerk T1 B6
Opdr. 1 t/m 8, 4k
OF uitdaging:
Opdr. 5 t/m 10, 4k
Slide 1 - Diapositive
Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf
Beloningen
+1 cm2 spiekbriefje = Je mag een spiekbriefje maken voor een toets. Deze begint 1 bij 1 cm groot, per keer dat je dit verdient wordt dat 1 cm meer, tot een max van 4 bij 4 cm groot.
1/3 +0.5 = Als je deze 3 keer verdiend mag je 0,5 optellen bij een biologiecijfer naar keuze.
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd. Je krijgt zelf 2 V's (3 V's levert een 1/3 +0,5 op)
Helaas = Je krijgt maar 1 V.
Straffen
45 min bijwerken= Na school kom je huiswerk maken, dit duurt 45 min of totdat je opgegeven taak af is.
Kleurplaat = Je kiest een kleurplaat, deze kleur je in en je maakt de opdracht die erbij hoort. De eerstvolgende les moet je deze inleveren. niet gedaan is 2 kruisjes.
2/1 kruisjes = Een kruisjes is een X, als je hier 3 van hebt, krijg je automatisch de 45 min bijwerken
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd.
Niks! = Je krijgt geen straf
Slide 2 - Diapositive
Kijk goed naar de afbeelding, dit is een schematische lengtedoorsnede van het hoofd. In welke stand staan huig en strotklepje tijdens de ademhaling?
A
huig 1, strotklepje 1
B
huig 1, strotklepje 2
C
huig 2, strotklepje 1
D
huig 2, strotklepje 2
Slide 3 - Quiz
Arie heeft twee glazen met daarin helder kalkwater. In beide glazen laat hij een gas door het kalkwater gaan. In glas 1 is het gas koolstofdioxide (CO2) In glas 2 is het gas zuurstof (O2) Wat gebeurt er?
A
beide glazen blijven helder
B
Beide glazen worden troebel
C
glas 1 troebel
glas 2 helder
D
glas 1 helder
glas 2 troebel
Slide 4 - Quiz
Lucht die wordt uitgeademd is anders dan buitenlucht. Welke verandering hieronder komt NIET voor?
A
Minder zuurstof
B
Minder stikstof
C
Meer koolstofdioxide
D
Meer water
Slide 5 - Quiz
Bloed dat naar een longblaasje stroomt bevat weinig zuurstof
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Manieren van ademhalen
Ademhalingsorganen:
Longen
Kieuwen
Tracheeën
Celademhaling
Manier afhankelijk van
Soort organisme
Leefwijze
Lichaamsgrootte
Slide 7 - Diapositive
Celademhaling
Bij eencellige organismen
O2 en CO2 gaan direct door celmembraan
Geen speciaal ademhalingsorgaan
CO2
O2
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Tracheeën
Bij insecten
Buizenstelsel in het lichaam
Alle cellen staan in contact met buitenlucht
Stigma's laten lucht in en uit het lichaam
O2 en CO2 gaan via tracheeën naar/uit de cellen
openingen waardoor lucht in en uit het tracheeenstelsel kan
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Kieuwen
Bij vissen, amfibieën, sommige geleedpotigen
Water stroomt langs de kieuwen
O2 in het water wordt opgenomen
CO2 wordt afgegeven
Werkt niet met lucht!
Slide 12 - Diapositive
Longen (bij vogels)
Anders dan bij zoogdieren etc.
Geen longblaasjes
Systeem met luchtzakken en kleine longen
Lucht stroomt voortdurend door de longen
Slide 13 - Diapositive
Hoe ademt dit organisme?
Zet nummers 1 t/m 10 in je schrift
Je krijgt steeds een dier te zien
Schrijf de naam van dit dier op
Schrijf de manier van ademhalen op
Als alles geweest is, vergelijken
1
2
3
4
5
6
7
9
10
8
Slide 14 - Diapositive
Ga aan de slag met: T1 B6
Blz. 42 t/m 47
Opdr. 1 t/m 8, 4k
OF uitdaging:
Opdr. 5 t/m 10, 4k
Klaar met het bovenstaande?
Verder werken/lezen
Samenvatten
Ander huiswerk
Boek lezen
Zs = Werken in stilte
Geen vinger opsteken
Aan het werk
Stil en stoor niemand
Blijf op je plek
timer
6:00
Slide 15 - Diapositive
Ga aan de slag met: T1 B6
Blz. 42 t/m 47
Opdr. 1 t/m 8, 4k
OF uitdaging:
Opdr. 5 t/m 10, 4k
Klaar met het bovenstaande?
Verder werken/lezen
Samenvatten
Ander huiswerk
Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
Geen vinger opsteken
De docent komt langs
Aan het werk
Fluister alleen met de persoon naast je
Blijf op je plek
Slide 16 - Diapositive
Afsluiting
Doelen:
Je kunt 4 verschillende ademhalingsorganen noemen van organismen
Je kunt de werking van celademhaling uitleggen
Je kunt de werking van tracheeen uitleggen
Je kunt de werking van kieuwen uitleggen
Je kunt de werking van longen van vogels uitleggen