ziekenhuiszorg methodisch werken

methodisch werken
Verpleegkundig proces

TZ ZH 1 n4 module 1.5 Het verpleegkundig proces in het ziekenhuis 

1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

methodisch werken
Verpleegkundig proces

TZ ZH 1 n4 module 1.5 Het verpleegkundig proces in het ziekenhuis 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stappen ken jij nog van het verpleegkundig proces?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

6 stappen
1. gegevens verzamelen
2. stellen van diagnosen
3. beoogde resultaten
4. interventies
5. rapporteren
6. evalueren

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verpleegkundige is verantwoordelijk voor: 
  • het stellen van een verpleegkundige diagnose 
  • het opstellen van een verpleeg-behandelplan
  • de eindeverantwoordelijkheid voor de behandeling van het probleem
  • regelmatige evaluatie van het verpleegplan: zijn de doelen bereikt?
  • bijstelling doelen

Slide 6 - Diapositive

De verpleegkundige verantwoordelijk om de diagnose te stellen en een behandelplan (therapie) naar voor te schuiven.
Net zoals een arts niet alle interventies zelf uitvoert, moet ook een verpleegkundige dit niet steeds zelf doen. Sommige interventies worden doorgegeven aan collega’s, verzorgenden, andere paramedici, …
De verpleegkundige blijft wel eindeverantwoordelijkheid dragen voor de behandeling van het probleem. Dat betekent dat op geregelde tijdstippen moet worden geëvalueerd of de vooropgestelde doelen zijn bereikt. Waar nodig wordt bijgestuurd.
stap 1: Gegevens verzamelen 
Je voert bij opname een anamnesegesprek, vaak gebaseerd op een classificatiesysteem
Je observeert de zorgvrager (zintuigelijk waarnemen). 
Je voert metingen uit (bloeddruk, gewicht, temperatuur, risicosignalering etc.).  
Je bekijkt aanwezige informatie uit overdracht (lab. uitslagen)
Je bent op de hoogte van de geldende protocollen binnen de instelling
Evt. gegevens van andere disciplines

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WAT IS EEN CLASSIFICATIESYSTEEM


Een systeem om gezondheidsproblemen te herkennen en beschrijven .
Hierin staan alle mogelijke gezondheidsproblemen beschreven (binnen het verpleegkundig beroepsdomein) 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

welke classificatiesystemen ken je?

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

classificatie systemen
instelling bepaalt zelf met welk systeem ze werken
revalidatie- SAMPC
gehandicapten- acht domeinen van kwaliteit van bestaan
thuiszorg- OMAHA
ziekenhuis en geestelijke gezondheidszorg- 11 gezondheidspatronen van Gordon
verpleeghuis- model van de 4 domeinen van verantwoorde zorg

Slide 10 - Diapositive

je gaat kijken waar er bij de zorgvrager een probleem zit.
in elke instelling wordt hiervoor een classificatiesysteem gebruikt.
als je een probleem hebt dan staat er wat je met dit probleem moet gaan doen
zo zorg je ervoor dat dus iedereen op dezelfde manier werkt en spreekt
11 gezondheidspatronen

Marjory Gordon was een verpleegkundig theoretica en professor in de verpleegkunde. Ze heeft bijgedragen aan het standaardiseren van het verpleegjargon.

Ze was de eerste president van de North American Nursing Diagnosis Association (NANDA). In 1977 werd ze lid van de American Academy of Nursing.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gezondheidspatronen van GORDON

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

QUIZ
Onder welk patroon plaats je de gegevens?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mevrouw gebruikt een rollator om zich te verplaatsen
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteiten
C
Uitscheiding
D
Stressbeleving

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mevrouw weegt 66kg en is 1m 68 groot
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteiten
C
Zelfbeleving
D
Voeding en stofwisseling

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mevrouw heeft steeds pijn aan haar rug
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Cognitie en Waarneming
C
Rollen en relatie
D
Waarden en levensovertuiging

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 2
Stellen van de verpleegkundige diagnose

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verpleegkundige diagnose:
is een klinisch oordeel over een menselijke reactie  (of een vergrote kans op die reactie) van een individu, gezin/familie, groep of gemeenschap op veranderde gezondheid/levensprocessen. Een verpleegkundige diagnose vormt de basis voor de keuze van verpleegkundige interventies, om resultaten te bereiken waarvoor de verpleegkundige verantwoordelijk is.
 
North American Nursing Diagnoses Association (NANDA, sinds 1973)

Slide 18 - Diapositive

"Een verpleegkundige diagnose is een klinische uitspraak over de reacties van een persoon, gezin of groep op feitelijke of dreigende gezondheidsproblemen en/of levensprocessen. De verpleegkundige diagnose is de grondslag voor de keuze van verpleegkundige interventies en resultaten waarvoor de verpleeg-kundige aansprakelijk is." (L.J., 2008)
Een uitspraak: je geeft aan wat het probleem is, je schrijft het neer.
Klinisch: heeft te maken met de verpleegkundige praktijk, het primaire zorgverleningproces aan de patiënt.
Een diagnose is de beschrijving van een probleem van een persoon, gezin of groep. Meestal beschrijven we een probleem van een individuele persoon, maar sociaal verpleegkundigen bekijken bijvoorbeeld ook problemen van een gezin of een groep.
Reacties op gezondheidsproblemen of levensprocessen. Een arts behandelt ziektes of gezondheidsproblemen. De gevolgen van deze ziektes of gezondheidsproblemen voor het normale functioneren in het dagelijkse leven zijn de domeinen waarop verpleegkundige interveniëren. Deze gevolgen kunnen zowel voorkomen op fysisch, psychisch, sociaal als existentieel vlak.
Verpleegkundige diagnosen zijn de grondslag voor de verpleegkundige interventies: Eerst moet je denken, dan pas ga je doen! Als je eerst bedenkt wat het probleem is, kan je op een meer cliëntgerichte manier interventies uitvoeren.
Bij een verpleegkundige diagnose kan je zelf aansprakelijk zijn. Verpleegkundige diagnosen zijn problemen die de verpleegkundige zelf kan aanpakken en waar ze zelf verantwoordelijkheid voor draagt.

Slide 19 - Diapositive

NANDA bestaat uit 13 domeinen, waarmee problemen worden beschreven, gebaseerd op de gezondheidspatronen van Gordon
Verpleegkundige diagnose
1 Je ordent de verzamelde gegevens en beschrijft deze objectief volgens een ordeningsprincipe (GORDON)

2 Je stelt aanvullende vragen. Verpleegkundigen kunnen alleen doelgericht een anamnese afnemen als zij weten wat normaal / abnormaal is (NORMAALWAARDEN WETEN)
 
3 Je zoekt naar mogelijke verbanden tussen problemen, signalen en symptomen.  
-Je zoekt uit welke aanvullende gegevens je nodig hebt voor het stellen van de hypothese (voorlopige diagnose). 
 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je over PES

Slide 21 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Carpenito: Zakboek verpleegkundige diagnosen

Slide 24 - Diapositive

actueel of potentieel

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Een 78-jarige vrouw is na een heupoperatie bedlegerig en klaagt over ongemak bij het liggen.

Slide 26 - Question ouverte

 **P**robleem: Risico op decubitus (doorligwonden)
     - **E**tiologie: Immobiliteit door heupoperatie
     - **S**ymptomen: Ongemak, bedlegerigheid

Oefenen
Tweetallen
Werk de PES verder uit.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

stap 3 Doelen
vaststellen van het beoogde resultaat

NOC (Nursing Outcome Classification) is een classificatie van zorgresultaten. Hiermee kunnen verpleegkundigen en andere zorgverleners de toestand beoordelen en de voortgang volgen van patiënten

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 3 Beoogd resultaat/ doel
SMART:

Specifiek 
Meetbaar 
Acceptabel / Aanvaardbaar 
Realistisch 
Tijdgebonden 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Formuleren zorgdoel

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden RUMBA
Niet: mevrouw leert haar steunkousen aan te trekken
Maar… mevrouw trekt haar steunkousen aan zonder hulp

Niet: mevrouw drinkt voldoende per dag
Maar… mevrouw drinkt twee liter per dag

Niet: de heer accepteert zijn handicap
Maar… de heer praat over zijn blindheid




Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SMART-doelen
S     = specifiek 
M    = meetbaar 
A     = acceptabel 
R     = realistisch
T     = tijdgebonden

Slide 34 - Diapositive

Specifiek:
Wat willen we bereiken?
Wie zijn erbij betrokken?
Waar gaan we het doen?
Wanneer gebeurt het?
Welke delen van de doelstelling zijn essentieel?
Waarom willen we dit doel bereiken?


Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden SMART
Niet: mevrouw is niet meer verward
Maar... mevrouw kan binnen één week aangeven waar ze is en hoe laat het is.

Niet: mevrouw krijgt dagelijks voldoende voeding
Maar... mevrouw heeft dagelijks een inname van 1500 kcal en behoudt minimaal haar huidige gewicht van 49 kg.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschil
RUMBA en SMART worden beide toegepast binnen de zorg.
Het verschil is dat SMART ook helpt om de verpleegdoelen te formuleren en RUMBA dit niet doet. RUMBA helpt alleen bij het controleren van de haalbaarheid van een PES geformuleerd doel. 

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

stap 4 interventies
verpleegkundige interventies:

NIC (Nursing Intervention Classification) is een classificatie van verpleegkundige interventies (handelingen en verrichtingen).  Een verpleegkundige interventie is elke behandeling die een verpleegkundige op grond van haar deskundige oordeel en klinische kennis uitvoert

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

stap 5
uitvoeren en monitoren van de actie's
en rapporteren van de interventies

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rapportage
 op basis van het verpleegplan worden rapportages geschreven (objectief)

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Methodisch volgens SOAP
Subjectief:   Wat zegt de cliënt over zijn/haar eigen belevingen (of wat zegt familie)?

 Objectief:  Directe observatie van de situatie door jou: het gedrag van de cliënt zoals jij dit waarneemt. 

Analyse: getrokken uit subjectieve (S) en objectieve (O) Evaluatie:   gegevens die je hebt verzameld: wat denk je dat er aan de hand is? 

Plan:  wat ga je doen? Wat is de reactie van de cliënt hierop? Hoe moet er verder gehandeld worden? 

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

stap 6
evaluatie van het zorgresultaat en de verpleegkundige interventies

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Product en Proces
Productevaluatie: evaluatie op het beoogd zorgresultaat: 
-Beoogd zorgresultaat bereikt? Ja of nee?  

 Procesevaluatie: evaluaties op de interventies:  
-Zijn de juiste interventies op de juiste manier uitgevoerd?
- Hoe heeft de zorgvrager de interventies ervaren?  
-Acceptabel, relevant en uitvoerbaar 

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions