NN6 3H Hfst 3 herhaling argumentatie

Voorwaarden voor deelname aan een online les:
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voorwaarden voor deelname aan een online les:

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
Lesdoelen
Terugblik periode 2: argumentatie
Vragen beantwoorden
Oefenen 
Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Standpunt

3 soorten standpunten: positief, negatief, twijfelachtig


Herken je aan de signaalwoorden:

  • Ik vind
  • Volgens mij
  • Kortom
  • Dus
  • Ik denk dat
  • Daarom



Slide 3 - Diapositive

Feitelijke argumenten

Een feitelijk (objectief) argument kun je controleren. Het is waar of onwaar en hoeft niet onderbouwd te worden.


Voorbeeld:
Ik ga morgen naar de film kijken in Luxor, want die bioscoop is bij mij om de hoek.


Slide 4 - Diapositive

Waarderende argumenten

Een waarderend argument spreekt jouw waardering uit, je mening dus. 

Dit is daarom een niet-feitelijk (subjectief) argument.

Om je argument (mening) te versterken heb je daarom ondersteuning nodig.


Voorbeeld:
- Ik ga morgen naar de film kijken in Luxor, want die bioscoop is veel prettiger.

Met het argument ‘want die bioscoop vind ik veel prettiger’ zal niet iedereen het eens zijn en dat argument behoeft ondersteuning. Argumenten die je daarvoor zou kunnen aanvoeren zijn bijvoorbeeld: ‘de stoelen zijn er erg prettig’ en ‘op elke stoel heb je goed zicht op het filmdoek’ >> ondersteuning.

Slide 5 - Diapositive

Argumenten kun je herkennen aan de signaalwoorden want, omdat, aangezien, immersnamelijk, dat blijkt uit en de reden hiervoor is.

Slide 6 - Diapositive

De smartphone is onmisbaar. Je kan er nu bijna overal geld mee overmaken.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 7 - Quiz

Utrecht is een prettige stad om te wonen. Er wonen in Utrecht veel jonge gezellige mensen.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Het Insula College is een goede school. De leerlingen halen goede cijfers.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie

Slide 12 - Quiz

Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie

Slide 13 - Quiz

Het Kalsbeek College is een fijne school. In de bovenbouw hangt een goede sfeer en in de onderbouw voelt iedereen zich veilig.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie

Slide 14 - Quiz

Maken
Hfst 3 lezen
Opdracht 1 en 2

Slide 15 - Diapositive