Ik kan de rechten en plichten van werkgevers en werknemers noemen.
1 / 8
suivant
Slide 1: Diapositive
Cette leçon contient 8 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Leerdoel
Ik kan de rechten en plichten van werkgevers en werknemers noemen.
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Sabine heeft haar schoolopleiding afgesloten met een diploma. Ze solliciteert bij een bank en wordt aangenomen. Ze krijgt een contract waarin staat wat voor werk ze gaat doen en hoeveel ze daarmee verdient (zie bron). Wie is de werknemer en wie is de werkgever?
Slide 3 - Question ouverte
Sabine is de werknemer en de bank / meneer A. Groot is de werkgever.
Sabine heeft haar schoolopleiding afgesloten met een diploma. Ze solliciteert bij een bank en wordt aangenomen. Ze krijgt een contract waarin staat wat voor werk ze gaat doen en hoeveel ze daarmee verdient (zie bron). Hoelang zal het dienstverband in eerste instantie duren?
Slide 4 - Question ouverte
twee jaar
Slide 5 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Sabine arriveert bij de bank voor haar eerste werkdag (zie bron).
Waarom denkt meneer Groot erover na om Sabine te ontslaan?
Slide 6 - Question ouverte
Sabine ziet er niet meer zo netjes uit als tijdens haar sollicitatiegesprek.
Sabine arriveert bij de bank voor haar eerste werkdag (zie bron).
Waarom mag Sabine niet zelf uitmaken hoe ze eruitziet op haar werk?
Slide 7 - Question ouverte
Bijv.: De werkgever wil niet dat er klanten weglopen of dat er een slechte werksfeer ontstaat door haar uiterlijk.
Sabine arriveert bij de bank voor haar eerste werkdag (zie bron).
Heeft meneer Groot het recht om Sabine hiervoor per direct te ontslaan? Leg dit uit met de gegevens in bron 1.