6. Bestuiving, bevruchting en verspreiding

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Bestuiving, bevruchting en verspreiding

Leerdoelen

1. Je kunt omschrijven wat bestuiving is en je kunt kenmerken van insectenbloemen en van windbloemen noemen.

2. Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt en welke veranderingen er na bevruchting in het vruchtbeginsel plaatsvinden.

3. Je kunt uit afbeeldingen van (delen van) planten afleiden hoe de vruchten en zaden worden verspreid.

Bestuiving

Insecten- en windbloemen

Bevruchting

Verspreiding van vruchten en zaden

*

* De meeste zaden en vruchten worden verspreid door de wind

* Sommige zaden zitten in een vrucht en worden verspreid door dieren

* Er kunnen ook zaden aan de vacht blijven kleven

* Er zijn ook planten die hun eigen zaden verspreiden

Wat ga je doen?

Maak opdracht 54 t/m 60

Welke diagram geeft
een vrouwelijk bloem
aan?

1. Diagram 1
2. Diagram 2
3. Diagram 3

Je ziet de windbloem
rogge.
1. Rogge maakt geen nectar
2. Rogge maakt weinig stuifmeel

1. Alleen bewering 1 is juist
2. Alleen bewering 2 is juist
3. Beide beweringen zijn juist
4. Beide beweringen zijn onjuist

Zullen deze stuifmeelkorrels
worden verspreid door dieren of
de wind

1. Wind
2. Dieren

Wordt hooikoorts vooral veroorzaakt door stuifmeel van insectenbloemen of door stuifmeel van windbloemen?

1. Windbloemen
2. Insectenbloemen

Welke drie kenmerken van
insectenbloemen kun je
uit de afbeelding afleiden?

grote

kroonbladeren

plakkerig 

stuifmeel

nectar

kleurige 

kroonbladeren

meeldraden buiten de bloem

geur

licht stuifmeel

onopvallende kroonbladeren

wind 

bestuiving

insecten 

bestuiving

Zelfbestuiving

Kruisbestuiving

Geen bestuiving

1

2

3

4

5

Wat ga je doen?

Maak opdracht 61 t/m 66