LessonUp Havo 3 - Werkwoordspelling les 1

LessonUp Havo 3 - Werkwoordspelling les 1
Goed om je te zien. Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.

Stap 1: Telefoons in de telefoontas
Stap 2: Pak je Chromebook, schrift en boek.
Stap 3: Log in bij lessonup.app met je eigen naam
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

LessonUp Havo 3 - Werkwoordspelling les 1
Goed om je te zien. Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.

Stap 1: Telefoons in de telefoontas
Stap 2: Pak je Chromebook, schrift en boek.
Stap 3: Log in bij lessonup.app met je eigen naam

Slide 1 - Diapositive

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes: (Worden) nou eens volwassen!

Slide 2 - Question ouverte

Wat ga je doen?
Leerdoel: Ik kan alle vormen van de werkwoorden correct spellen.
Hoe bereik je dit doel?
- Lezen
- H3C: uitleg mindmap:
-Oefening LessonUp: Wat weet je nog?
- Herhaling stappenplan werkwoordspelling
- Aan de slag huiswerk
- Controleren leerdoel

Slide 3 - Diapositive

Lezen in je leesboek



Je gaat 10 minuten, in stilte, lezen in je leesboek.




timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Mindmap:

Slide 5 - Diapositive

Maak de spellingsregel af: Geen tijd = .......

Slide 6 - Question ouverte

Ik ... (worden) gek van de werkwoordspelling.

Slide 7 - Question ouverte

Noteer de juiste werkwoordsvorm tussen haakjes:
De hardrijder is (bekeuren).

Slide 8 - Question ouverte

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: Mick (switchen) vorige week van profiel.

Slide 9 - Question ouverte

Vul de juiste vorm in van de werkwoorden: Wanneer je er niet aan (krabben), (verdwijnen) dat puistje vanzelf.

Slide 10 - Question ouverte

Wat vind jij moeilijk bij werkwoordspelling?

Slide 11 - Question ouverte

Stap 1: Kijk of je ww een persoonsvorm is. (verander de zin van tijd)
Nee? Kies uit de volgende soorten werkwoorden:
- Bijvoeglijk naamwoord: zo kort mogelijk
- infinitief: na 'te' het hele werkwoord
- Voltooid deelwoord: na hebben/zijn/worden als pv komt het vd. Gebruik bij een zwak werkwoord de verlengproef of 't exkofschip
- Onvoltooid deelwoord: manier waarop iemand iets doet: Al dansend doet Walter de afwas.

Slide 12 - Diapositive

Is je werkwoord een persoonsvorm?
Ja? Kijk naar de tijd. Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
Tegenwoordige tijd? Vul een vorm van smurfen in, in plaats van het werkwoord. Hoor je de -t, dan schrijf je de -t.
Verleden tijd?
1. Bepaal of je werkwoord sterk of zwak is (sterk verandert van klank).
2. Sterk: vernader de klank.
3. Zwak: Gebruik het Exkofschip.
Maak de stam (ww min -en) Laatste letter stam in 't exkofschip? ik-vorm +te/ten. Laatste letter niet in 't exKofschip? ik-vorm + de/den.  Regel: schrijf de ik-vorm op en pas de regels van de stam toe!

Slide 13 - Diapositive

Aan het werk
Wat ga je doen? Maken blz. 36+37 opdracht 9 en 10 &
blz. 70+71 opdracht 9 en 10 in je schrift!
Hoe: Je werkt alleen en in stilte aan deze opdrachten.
Hulp: Vragen? de docent loopt rond voor hulp.
Tijd: Tot het einde van de les kun je hiermee aan de slag.
Klaar: Leren woorden van de woordenlijst H1-H5

Slide 14 - Diapositive