14e cours (grammaire H deel 2 + terugblik)

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Planning du jour

Grammaire (H) Het bijvoeglijk naamwoord

Au travail / Quizlet Live???

Français en classe

Terugblik + Focusleren

Terugblik

1. Zet de zinnen in de goede volgorde.

A.   as - tu - regardé - la série ?

B.   les garçons - au foot - ont - joué 

C.   Madame Buis - parlé - le français - a 

D.   a- écouté - on - le prof d'anglais    

2. Vertaal de zinnen A t/m D in het Nederlands. 

3. Vertaal & pas het bijvoeglijk naamwoord aan: 

A. Il a les yeux (blauw). 

B. Vous avez les cheveux (zwart). 

Terugblik

A.   Tu as regardé la série ? 

- Heb jij de serie gekeken? 

B.   Les garçons ont joué au foot. 

- De jongens hebben gevoetbald. 

C.   Madame Buis a parlé français. 

- Mevrouw Buis heeft Frans gesproken. 

D.   On a écouté le prof d'anglais. 

- Wij hebben geluisterd naar de Engels docent.

Terugblik

A.   les yeux bleus

B.   les cheveux noirs

Focusleren

chapitre 5 

zie Magister. 

Français en classe

Het bijvoeglijk naamwoord
(Frans)

La trousse (blauw)

1. bleu
2. bleue
3. bleus
4. bleues

Le stylo (blauw)

1. bleu
2. bleue
3. bleus
4. bleues

Les lapins (grijs)

1. gris
2. griss
3. grise
4. grises

La robe (rood)

1. rouge
2. rougee
3. rouges
4. rougees

Les lunettes (groen)

1. vert
2. verte
3. verts
4. vertes

     Au travail

31a. Bekijk en beantwoord. 

31b. Lees de grammatica opnieuw. 

31c. Maak de tabel compleet. 

31d. Kies het goede bijvoeglijk naamwoord.

32a. Lees het nieuwe grammatica blokje. 

32b. Maak de zin compleet met het bijvnw. 

32c. Maak de zin compleet met het juiste bijvnw. 

32d. Bekijk het plaatje en maak de zin compleet. 

32e. Maak de zin af met het bijvoeglijknw.