Van cm naar mm: Zo gepiept!

Les over: Omzetten centimeters naar millimeters
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
TechniekPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 6 min

Éléments de cette leçon

Les over: Omzetten centimeters naar millimeters

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel

Aan het einde van de les weet je hoe je gemakkelijk centimeters kan omzetten naar millimeter én andersom.

CM <--> MM
-

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn millimeters?
Een millimeter is een lengtemaat die kleiner is dan een centimeter. 1 millimeter is gelijk aan 0,1 centimeter.

Slide 3 - Diapositive

Leg kort uit wat millimeters zijn en hoe ze zich verhouden tot centimeters.
Wanneer gebruik je millimeters?
Millimeters worden vaak gebruikt om kleine afstanden of dingen te meten, zoals de dikte van hout.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit wanneer millimeters vaak worden gebruikt en geef voorbeelden.
Hoeveel millimeters zijn er in een centimeter?
Er zijn 10 millimeters in 1 centimeter.

Slide 5 - Diapositive

Vraag de leerlingen om zelf na te denken over hoeveel millimeters er in een centimeter zitten en bevestig het juiste antwoord.
Hoe zet je centimeters om naar millimeters?

Slide 6 - Diapositive

Leg uit hoe de leerlingen centimeters kunnen omzetten naar millimeters en geef een voorbeeld.
Hoe zet je centimeters om naar millimeters?
Vermenigvuldig het aantal centimeters met 10 om het aantal millimeters te krijgen.

Slide 7 - Diapositive

Leg uit hoe de leerlingen centimeters kunnen omzetten naar millimeters en geef een voorbeeld.
Voorbeeld
Hoeveel millimeters zitten er in 5 centimeter? 
(vermenigvuldigen met 10)
5 x 10 = 50 millimeter.

Slide 8 - Diapositive

Geef een voorbeeld van het omzetten van centimeters naar millimeters en laat de leerlingen het zelf uitrekenen.
Oefenen!
Zet de volgende lengtes om van centimeters naar millimeters: 7 cm, 12 cm, 3 cm, 8 cm.

Slide 9 - Diapositive

Laat de leerlingen zelf oefenen met het omzetten van centimeters naar millimeters. Bespreek de antwoorden klassikaal.
Samenvatting
Je weet nu hoe je centimeters kunt omzetten naar millimeters door het aantal centimeters met 10 te vermenigvuldigen.

Slide 10 - Diapositive

Vat kort samen wat de leerlingen hebben geleerd en benadruk het belang ervan.
Hoeveel is mm is 2 cm
A
200
B
20
C
2000
D
0,2

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel is mm is 10 cm
A
100
B
1
C
1000
D
0,01

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel is mm is 25 cm
A
2,2
B
2,5
C
250
D
2500

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel is mm is 35 cm
A
350000
B
3,5
C
0,35
D
350

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel is mm is 4,5 cm
A
45
B
450
C
4500
D
0,45

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

En nu andersom. Hoe zet je millimeters om naar centimeters?

Slide 16 - Diapositive

Leg uit hoe de leerlingen centimeters kunnen omzetten naar millimeters en geef een voorbeeld.
En nu andersom. Hoe zet je millimeters om naar centimeters?
Deel het het aantal millimeters  door 10 om het aantal centimeters te krijgen.

Slide 17 - Diapositive

Leg uit hoe de leerlingen centimeters kunnen omzetten naar millimeters en geef een voorbeeld.
Hoeveel cm is 70 mm
A
0,7
B
7
C
7000
D
0,007

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel is cm is 100 mm
A
0,1
B
10
C
1000
D
0,00001

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel is cm is 40 mm
A
0,4
B
400
C
4
D
40

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel is cm is 45 mm
A
0,45
B
40,5
C
450
D
4,5

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel is cm is 210 mm
A
2100
B
2,1
C
21
D
0,21

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 1 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.