Wonder les 2: personages

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Nederlands

Wonder van R.C. Palacio 

Les 2: Personages 

HAVO 1 P1 2019-2020

Choose kind

Om Wonder is in Amerika niet voor niets een hoop te doen geweest. Er werd een grote actie tegen pesten op touw gezet (Choose Kind). 

Op de volgende slide zie je het filmpje dat gemaakt is voor deze actie. 

Vorige les heb je geleerd ...

... wat de begrippen fictie, non-fictie, realistisch en niet-realistisch betekenen.

... hoe je kunt bepalen of een boek fictie of non-fictie is.

... hoe je kunt bepalen of een boek realistisch of niet-realistisch is. 

Wonder = fictie of non-fictie? 

Wonder = realistisch of niet-realistisch?

Wat was je conclusie in de vorige les?

Aan het einde van deze les ...

... kun je de hoofdpersonen en de bijpersonen in een verhaal benoemen.

... kun je de medespelers en de figuranten in een verhaal benoemen.

... kun je het uiterlijk, de karaktereigenschappen en de kenmerken van een personage beschrijven.

... kun je de relaties tussen personages in een verhaal beschrijven.

Doel = Je kunt deze begrippen toepassen op Wonder. Dus:

• Wie is de hoofdpersoon in Wonder?
• Wie zijn de bijpersonen? Wie zijn de medespelers en de figuranten?
• Hoe zien de personages eruit, welke kenmerken en karaktereigenschappen hebben ze?
• Wat is de relatie tussen de personages?

Medespelers en figuranten

Bijfiguren kun je onderverdelen in medespelers en figuranten.

Medespelers

Medespelers spelen een rol in het verhaal, maar minder groot dan die van de hoofdpersoon.

Figuranten 

Figuranten komen enkel voorbij, worden enkel genoemd in het verhaal, maar spelen geen rol in het verhaal.
.

Hoe gaan we te werk?

Je doorloopt zelfstandig deze les. 

1. Eerst maak je een aantal opdrachten waarin de stof van vorige les wordt herhaald.
2. Daarna maak je een aantal opdrachten over de leerstof van deze les. 

Aan de slag!

Log in bij LessonUp.

Ga naar: Wonder les 2

Maak de opdrachten in deze les.

Herhaling: Non-fictie

Kijk nog eens goed naar de voorbeelden. Ze kunnen je helpen om de volgende vraag (op de volgende slide) te beantwoorden.

Herhaling:

Fictie is ...

1. verzonnen
2. echt gebeurd

Herhaling: Realistische fictie

Herhaling: Niet-realistische fictie

Kijk nog eens goed naar de voorbeelden. Ze kunnen je helpen om de volgende vraag (op de volgende slide) te beantwoorden.

Herhaling:

Realistisch is ...

1. lijkt op de werkelijkheid, kan echt gebeuren
2. lijkt niet op de werkelijkheid, kan niet echt gebeuren

Op de volgende slide zie je een 'personage'.
Beschrijf dit personage.
1. Hoe ziet hij eruit? 2. Welke kenmerken heeft hij? 3. Welke karaktereigenschappen heeft hij?

Ken je dit personage niet (goed)? Kies dan zelf een ander personage.

3. Hoe kun je de relatie tussen Spongebob en Sandy Wang beschrijven? Zie volgende slide.
(denk aan: familie, vrienden, vijanden, goede/slechte band, helpers/tegenstanders)

Sandy Wang

Heb je voor een ander personage gekozen bij de vorige vragen? Kies dan bij deze vraag voor een persoon met wie dit personage een relatie heeft en beschrijf die relatie. 

4. Hoe kun je de relatie tussen Spongebob en Eugene Krabs beschrijven? Zie volgende slide.
(denk aan: familie, vrienden, vijanden, goede/slechte band, helpers/tegenstanders)

Heb je voor een ander personage gekozen bij de vorige vragen? Kies dan bij deze vraag voor een persoon met wie dit personage een relatie heeft en beschrijf die relatie. 

Eugene Krabs 

5. Hoe kun je de relatie tussen Spongebob en Patrick Ster beschrijven? Zie volgende slide.
(denk aan: familie, vrienden, vijanden, goede/slechte band, helpers/tegenstanders)

Heb je voor een ander personage gekozen bij de vorige vragen? Kies dan bij deze vraag voor een persoon met wie dit personage een relatie heeft en beschrijf die relatie. 

Patrick Ster

Personages in Wonder

Op de volgende slides volgt een aantal vragen over de personages in Wonder.

Denk goed na over de antwoorden, want je kunt ze goed gebruiken voor de toets! 

Werk eventueel samen met je buur, zodat je kunt overleggen.

Conclusie:
1. Wie is de hoofdpersoon in Wonder?
2. Hoe kun je hem/haar beschrijven (kenmerken, uiterlijk, karakter)?

Conclusie:
3. Wie zijn de 5 belangrijkste bijfiguren (medespelers dus)?
4. Hoe kun je hen beschrijven (kenmerken, uiterlijk, karakter)? Beschrijf ze alle 5.

Auggie en zijn relatie met de bijpersonen

Auggie wil zijn eigen uiterlijk niet beschrijven, maar Via doet dit op een gegeven moment wel.

Auggies uiterlijk heeft invloed op iedereen die hij tegenkomt. In het boek lees je hoe verschillende personen over Auggie denken en met hem omgaan. Gebruik dit gegeven om de volgende vragen te beantwoorden.

Conclusie:
6. Hoe reageert Via op Auggie? Hoe denkt zij over hem en hoe gaat zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Conclusie:
7. Hoe reageert Jack op Auggie? Hoe denkt hij over hem en hoe gaat hij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Conclusie:
8. Hoe reageert Julian op Auggie? Hoe denkt hij over hem en hoe gaat hij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Conclusie:
9. Hoe reageert Summer op Auggie? Hoe denkt zij over hem en hoe gaat zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Conclusie:
10. Hoe reageren Auggies ouders op hem? Hoe denken zij over hem en hoe gaan zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Conclusie:
11. Wie zijn de figuranten in het verhaal? Noem er 5.