Taalcompleet thema 3 (A1)
1 / 20
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waar kijk je naar buiten?
A
door het raam
B
door het dak
C
door de muur
Slide 2 - Quiz
Waar ga je naar binnen?
A
door het raam
B
door het balkon
C
door de deur
Slide 3 - Quiz
Wat zie je?
timer
0:30
Slide 4 - Question ouverte
Wat zie je?
timer
1:00
Slide 5 - Question ouverte
Wat zie je?
timer
0:30
Slide 6 - Question ouverte
Hij _____ het woord.
A
spel
B
spelt
C
spellen
D
speel
Slide 7 - Quiz
De leerlingen ______ een woord.
A
spel
B
spelt
C
spellen
D
spelen
Slide 8 - Quiz
Hij ______ welkom!
A
zeg
B
zegt
C
zeggen
Slide 9 - Quiz
Jullie ______ hallo.
A
zeg
B
zegt
C
zeggen
Slide 10 - Quiz
Typ de goede vorm van zeggen:
Wat _____ je?
Wat _____ je?
Slide 11 - Question ouverte
Typ de goede vorm van zeggen:
Turan en Dave ______ doei.
Turan en Dave ______ doei.
Slide 12 - Question ouverte
Wij drinken een _____ koffie.
A
kopje
B
alleen
C
nieuw
Slide 13 - Quiz
Marja is ______ van meneer Zinhi.
A
een beetje
B
alleen
C
de buurvrouw
Slide 14 - Quiz
Mijn vrouw is niet ______.
A
beetje
B
thuis
C
koekje
Slide 15 - Quiz
Welk woord zie je?
goenr
goenr
Slide 16 - Question ouverte
Welk woord zie je?
zrawt
zrawt
Slide 17 - Question ouverte
Maak een goede zin met de woorden:
in een flat Lisa en Siem wonen
in een flat Lisa en Siem wonen
Slide 18 - Question ouverte
Heb je nog vragen?
Slide 19 - Question ouverte
Ik vond deze quiz:
A
moeilijk
B
niet leuk
C
makkelijk
D
leuk
