2.1 De Griekse Wereld

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

2. De Grieken

2.1 De Griekse wereld

Wat weet jij over de Grieken?

Stadstaten

Onstaan

• Griekenland bestond nog niet als één land
• Landschap was bergachtig, ruig en afwisselend

• Steden die als landen werden bestuurd: bijvoorbeeld met een eigen koning

• Zo'n zelfstandige stad heet een stadstaat

Stadstaten

Middel van bestaan

• Landbouw
• Visserij
• Handel op de agora
  
• Nijverheid rondom de agora

Wat is geen kenmerk van een Griekse stadstaat?

1. Een Griekse stadstaat was een stad met omringend platteland
2. Een Griekse stadstaat produceerde zijn eigen voedsel en producten.
3. Een Griekse stadstaat was zelfstandig.
4. De inwoners van een Griekse stadstaat hadden hun eigen taal.

Het maken van producten is...

1. nijverheid
2. handel
3. stadstaat
4. landbouw

In wat voor soort samenleving leefden de oude Grieken?

1. landbouwsamenleving
2. landbouwstedelijke samenleving
3. samenleving van jager-verzamelaars
4. informatiesamenleving

Kolonies

Onstaan

• Griekenland is door het droge klimaat en de rotsachtige grond erg onvruchtbaar (slechts 20% is geschikt voor landbouw)

• Een mislukte oogst betekende al snel een hongersnood
• Griekse stadstaten stichten kolonies aan de Middellandse Zee

Wat is een kolonie?

1. gebieden van een Griekse stadstaat buiten Griekenland
2. Gebieden van een Griekse stadstaat
3. Een gebied van een Griekse stadstaat binnen Griekenland

Grieken en andere volken

Handel rond Middellandse Zee

• Groei economie: meer productie door toenemende handel.
• Culturen die elkaar beïnvloeden:
    - Alfabet van Feniciërs
    - Muntgeld van Lydiërs
  
• Romeinse cultuur is sterk beïnvloed door de Griekse cultuur (bv. Goden)

Gevolgen van de Griekse handel

De Grieken stichtten kolonies langs de kusten van de Middellandse- en de Zwarte Zee.

Welke zin gaat over een GEVOLG van deze kolonisatie?

1. De Griekse boeren konden onvoldoende voedsel produceren.
2. De Griekse bevolking groeide
3. De Griekse handel groeide
4. Geen van de genoemde zinnen is een GEVOLG van deze kolonisatie.

Gaan de volgende zinnen over een OORZAAK of een GEVOLG van de Griekse kolonisatie?

1 De Grieken werden beïnvloed door andere volken.
2 De Griekse boeren konden onvoldoende voedsel produceren.
3 De Griekse bevolking groeide.
4 De Griekse handel groeide.

1. 1. gevolg, 2. oorzaak, 3. oorzaak, 4. gevolg
2. 1. oorzaak, 2. oorzaak, 3. oorzaak, 4. gevolg
3. 1. gevolg, 2. gevolg, 3. oorzaak, 4. gevolg
4. 1. gevolg, 2. oorzaak, 3. gevolg, 4. oorzaak

De samenleving van Athene

4 Sociale groepen

• De samenleving was verdeeld in 4 groepen:
    1. Atheense mannen, aanzien was afhankelijk van grondbezit
    2. Niet-Atheense mannen, zij hadden geen grondbezit
    3. Vrouwen
    4. Slaven
• Maatschappij is een ander woord voor samenleving

De samenleving van Athene

rollenspel