8.3 deel 2

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

8.3 deel 2

8.3 Inrichting van de Europese samenwerking

Doel: Je weet hoe het soevereiniteitsdilemma werkt in de Europese samenwerking.

Je weet hoe mbv de basiswaarden bepaald kan worden of een land gelukkig is en wat de Europese samenwerking daarmee te maken heeft.

 Je kunt de inrichting van de Europese Samenwerking in de Europese Unie uitleggen met behulp van wetten, instituties en de vier belangrijkste instellingen.

Lees:

Lesboek p. 150  Instituties

Lees deze blz. en let op het begrip "vrij verkeer"en "stemmen"

Stel vragen als je dingen niet begrijpt.

Zijn er vragen?

Stemmen met een gekwalificeerde meerderheid betekent:

1. dat alle actoren voor moeten zijn
2. dat een besluit wordt aangenomen als er een meerderheid voor is.
3. dat een besluit wordt aangenomen als er 2/3 meerderheid is.
4. dat een besluit wordt aangenomen als er een meerderheid is die aan bepaalde eisen voldoet.

Stemmen met een gewone meerderheid betekent:

1. dat alle actoren voor moeten zijn
2. dat een besluit wordt aangenomen als er een meerderheid voor is.
3. dat een besluit wordt aangenomen als er 2/3 meerderheid is.
4. dat een besluit wordt aangenomen als er een meerderheid is die aan bepaalde eisen voldoet.

Lees:

Lesboek p. 151 en 152 Instellingen

Stel vragen als je dingen niet begrijpt.

Vind jij het juist dat het Europees Parlement niet het laatste woord heeft?

1. Nee, dat is niet democratisch
2. Ja, anders kom je misschien niet tot een besluit met meer dan 700 leden.

De Europese Raad - "the making of" op de volgende dia

www.consilium.europa.eu

Wat heb je geleerd deze les?

Wat heb je geleerd deze les?

Wat vind je nog lastig?

Wat vind je nog lastig?

Maken:

Op ST niveau: 19 en 20

Simpele toepassing: 18

Tekstvragen: 17