Oefenen voor de toets

Een begeleider van de kinderopvang verdient bruto 1981 euro per maand. Er wordt 633 euro ingehouden wat is haar nettoloon?
De formule voor het berekenen van nettoloon is: brutoloon - inhoudingen van belastingen = nettoloon
1 / 14
suivant
Slide 1: Question ouverte
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Een begeleider van de kinderopvang verdient bruto 1981 euro per maand. Er wordt 633 euro ingehouden wat is haar nettoloon?
De formule voor het berekenen van nettoloon is: brutoloon - inhoudingen van belastingen = nettoloon

Slide 1 - Question ouverte

Een metselaar krijgt 1721 euro nettoloon. Er wordt 320 euro belasting ingehouden. Wat zou zijn brutosalaris zijn?
De formule voor het berekenen van nettoloon is: brutoloon - inhoudingen van belastingen = nettoloon

Slide 2 - Question ouverte

Een winkelmedewerker verdient netto 1606 euro. Er wordt iedere maand 720 euro ingehouden wat is dan zijn brutosalaris?

Slide 3 - Question ouverte

Een dierenarts verdient bruto 3010 euro per maand. Hij krijgt netto 2100 euro op zijn rekening. Hoeveel wordt er ingehouden?
De formule voor het berekenen van nettoloon is: brutoloon - inhoudingen van belastingen = nettoloon

Slide 4 - Question ouverte

Stel, je hebt een bijbaantje in de kas en afgelopen weken heb je de volgende bedragen ontvangen:
Week 1: 10 euro, week 2: 15 euro, week 3: 8 euro, week 4: 10 euro en week 5: 20 euro.
Wat verdien je gemiddeld gezien per week?
Het gemiddelde bereken je door alle getalen bij elkaar op te tellen. Daarna deel je door het aantal getallen.

Slide 5 - Question ouverte

Arbeidsintensief
Arbeidsproductiviteit
handwerk
kapitaalintensief
mechanisatie
als bedrijven machines gaan gebruiken
Het maken van producten zonder machines
Bedrijven die veel werknemers nodig hebben
Bedrijven die veel machines nodig hebben
De hoeveelheid producten die een arbeidskracht in een bepaalde tijd kan maken.

Slide 6 - Question de remorquage

Handwerk
Mechanisatie
Automatisering
Een robot helpt bij de productie van auto's
Plakken van een lekke band
Bedrijven gaan meer computers gebruiken
Deeg in een koekjes fabriek wordt door een machine gemengd
Machines nemen het handwerk over

Slide 7 - Question de remorquage

Firma Janssen b.v. verkoopt 500 elektrische fietsen per jaar.
Iedere fiets kost €1.000,-
A
Omzet is 500 fietsen
B
Afzet is 500 fietsen
C
Omzet is €1.000,-
D
Afzet is 1.000,-

Slide 8 - Quiz

Bloemist de Vries verkoopt 112 bossen bloemen per week. Een bosje bloemen kost €22,- wat is zijn omzet?
Omzet= afzet x de prijs

Slide 9 - Question ouverte

Prijs van ingekochte grondstoffen:
Bedrag van de omzet dat je overhoudt
na aftrek van kosten
Verkoopprijs min inkoopprijs
De geldwaarde van de afzet

Brutowinst

Inkoopwaarde

omzet

winst

Slide 10 - Question de remorquage

Btw (1)

Slide 11 - Diapositive

Verkoopprijs jas € 125 en btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs
( Verkooprijs + BTW )
  1. BTW berekenen:
    € 125 : 100 x 21% = € 26,25 
  2. of 21% :100 x 125 = 26,25 euro
  3. Consumentenprijs berekenen
    € 125 + € 26,25 = € 151,25

Slide 12 - Diapositive

9%
21%

Slide 13 - Question de remorquage

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 14 - Quiz