terugblik 1.1 en 1.2 van gereedschap tot robot deel 1
1.2 van gereedschap tot aan robot
terugblik aan de hand van opdrachten
1.2 van gereedschap tot aan robot
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
1.2 van gereedschap tot aan robot
terugblik aan de hand van opdrachten
1.2 van gereedschap tot aan robot
Slide 1 - Diapositive
Een bedrijf dat iets maakt:
Bedrijven in de bosbouw
Bedrijven die samen voor de productie van een product zorgen
De bewerkingen van grondstof tot eindproduct
productieweg
bedrijfskolom
producent
agrarisch bedrijf
Slide 2 - Question de remorquage
Lees de tekst die hier naast staat De volgende vraag krijg je hier een opdracht over
Slide 3 - Diapositive
Welk voorbeeld zien wij in de bron bij de productiefactor natuur en arbeid?
Slide 4 - Question ouverte
Een begeleider van de kinderopvang verdient bruto 1805 euro per maand. Er wordt 541 euro ingehouden wat is haar nettoloon?
De formule voor het berekenen van nettoloon is: brutoloon - inhoudingen van belastingen = nettoloon
Slide 5 - Question ouverte
Een metselaar krijgt 1606 euro nettoloon. Er wordt 790 euro belasting ingehouden. Wat zou zijn brutosalaris zijn?
De formule voor het berekenen van nettoloon is: brutoloon - inhoudingen van belastingen = nettoloon
Slide 6 - Question ouverte
Een dierenarts verdient bruto 2921 euro per maand. Hij krijgt netto 1958 euro op zijn rekening. Hoeveel wordt er ingehouden?
De formule voor het berekenen van nettoloon is: brutoloon - inhoudingen van belastingen = nettoloon
Slide 7 - Question ouverte
Stel, je hebt een bijbaantje in de kas en afgelopen weken heb je de volgende bedragen ontvangen: Week 1: 10 euro, week 2: 15 euro, week 3: 8 euro, week 4: 10 euro en week 5: 20 euro. Wat verdien je gemiddeld gezien per week?
Het gemiddelde bereken je door alle getalen bij elkaar op te tellen. Daarna deel je door het aantal getallen.
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Wat voor soort industriële bedrijven zijn er?
Slide 12 - Carte mentale
Mechanisatie en automatisering
- Terugblik
- Mechanisatie en automatisering
- Opdrachten maken we in lessonup
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Wat bedrijf is dit?
A
Agrarisch
B
Industrieel
C
Dienstverlend
Slide 15 - Quiz
Beschrijf de productieweg in minimaal 3 stappen (van begin naar eind product)
Slide 16 - Question ouverte
Mechanisatie
Bedrijven gaan machine gebruiken voor het produceren van producten.
Voordelen:
- Veel arbeidsproductiviteit: Met minder mensen in minder tijd producten maken
Slide 17 - Diapositive
Wat is een nadeel van veel arbeidsproductiviteit?
Slide 18 - Carte mentale
Slide 19 - Diapositive
Fabrieken met veel spullen zijn kapitaalintensief
Werken er veel mensen met hun handen in de fabrieken dan noemen we dat arbeidsintensief.
Slide 20 - Diapositive
Arbeidsintensief
Arbeidsproductiviteit
handwerk
kapitaalintensief
mechanisatie
als bedrijven machines gaan gebruiken
Het maken van producten zonder machines
Bedrijven die veel werknemers nodig hebben
Bedrijven die veel machines nodig hebben
De hoeveelheid producten die een arbeidskracht in een bepaalde tijd kan maken.
Slide 21 - Question de remorquage
Slide 22 - Vidéo
Handwerk
Mechanisatie
Automatisering
Een robot helpt bij de productie van auto's
Plakken van een lekke band
Bedrijven gaan meer computers gebruiken
Deeg in een koekjes fabriek wordt door een machine gemengd
Machines nemen het handwerk over
Slide 23 - Question de remorquage
Waarom kan er door automatisering ook werk voor mensen ontstaan?
Slide 24 - Carte mentale
Wat voor werk kan je niet vervangen door mechanisatie of automatisering?