2V - Spelling

2Hd
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

2Hd

Slide 1 - Diapositive

2VA
Kennismaking & Spelling

Slide 2 - Diapositive

Les 1
Programma
- Kennismaking
- Proefwerk spelling -> woensdag 8 januari
- Uitleg over het schrijven van een recensie in de toetsweek
- Herhaling spelling paragraaf 4, 5 en 6 met Lessonup.
- Huiswerk: spelling paragraaf 8 (mixopdrachten) online maken
- Lezen in je leesboek
























Slide 3 - Diapositive

Koppelteken (& weglatingsstreepje) (3)
Samenstellingen die anders onoverzichtelijk zijn
kop-en-schotel / doe-het-zelfzaak
langetermijngeheugen 
Samenstellingen met klinkerbotsing
mee-eter / milieu-inspecteur
politieauto / adoptieouder
Samenstelling met een letter/cijfer/afkorting/teken/St
vwo-diploma / $-teken
pincode
Aardrijkskunde samenstellingen
Noord-Brabant / Zuid-Italiaan / Best-West
Voorvoegsels: adjunct-, aspirant-, bijna-, ex-, interim-, kandidaat-, leerling-, niet-, non-, oud- 
oud-leerling / ex-collega
Tweede deel van de samenstelling heeft een hoofdletter
niet-Nederlands / pro-Europees
Samenstelling met gelijkwaardige woorden
trainer-coach / rood-wit-blauw

Slide 4 - Diapositive

Tussenletter bij samenstellingen
De linkerhelft heeft geen meervoud.
rijstepap
De linkerhelft is iets waar er maar één van is. 
zonnebloem, maneschijn, koninginnesoep
De linkerhelft kent twee meervoudsvormen.
akten/aktes -> aktetas
groenten/groentes -> groentesoep
De linkerhelft is geen zelfstandig naamwoord. 
jokkebrok, spillebeen, rodekool
De linkerhelft is een versterkt bijvoeglijk naamwoord (figuurlijke betekenis)
beresterk, apetrots (vs. apenrots), stekeblind
S horen = S schrijven
moederskindje, wetsartikel
Vervang het rechterdeel bij twijfel
personeelschef want personeelsfeest
stationsstraat want stationsweg

Slide 5 - Diapositive

Aan elkaar!
Samenstellingen van 2 of meer woorden
tuinstoel, schoenendoos, ijscoman
woorden die beginnen met: er, hier, daar of waar
eronder, ertussendoor, hierover, daarvandaan, waarvan
getallen met 'honderd' of 'duizend' -> als woord geschreven
zevenhonderd, achttienduizend
samengestelde werkwoorden
opbellen, afluisteren, pianospelen, stofzuigen
samengestelde bijvoeglijk naamwoorden
dichtbevolkt, roodgloeiend, vuurrood, afleidend
LOS! -> Als het woord meerdere klemtonen heeft.
sfeervol huis, supermooie wagen

Slide 6 - Diapositive

Koppelteken of geen koppelteken?
A
havo leerling
B
havo-leerling
C
havoleerling

Slide 7 - Quiz

Welk woord moet niet met een koppelteken?
A
ex-voetballer
B
ijsco-man
C
tosti-ijzer
D
make-up

Slide 8 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
Astma-aanval
B
Astmaaanval

Slide 9 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
hbo student
B
hbo-student
C
hbostudent

Slide 10 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 11 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
niet roker
B
niet-roker

Slide 12 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
80 jarige
B
80-jarige

Slide 13 - Quiz

Waar is het weglatingsstreepje goed gebruikt?
A
keelarts, neusarts en oorarts
B
-keel, -neus en -oorarts
C
keel-, neus- en oor-arts
D
keel-, neus- en oorarts

Slide 14 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
oude - en nieuwe kleren
B
oude en nieuwe kleren
C
oude kleren en nieuwe -
D
oude kleren en nieuwe

Slide 15 - Quiz

Waar is het weglatingsstreepje goed gebruikt?


A
carnavalsfeest en -optocht
B
hoofdstraten en zij-
C
-kast en boekenplank
D
voorkant en achter-

Slide 16 - Quiz

Hoe onthoud je voor jezelf wanneer je een weglatingsstreepje gebruikt?

Slide 17 - Question ouverte

Wel of geen tussenletter?
A
groentesoep
B
groentensoep
C
groentessoep

Slide 18 - Quiz

Wel of geen tussenletter?
A
zonnenscherm
B
zonnescherm

Slide 19 - Quiz

Wel of geen tussenletter?
A
huilenbalk
B
huilebalk

Slide 20 - Quiz

Wel of geen tussenletter?
A
tarwebrood
B
tarwenbrood

Slide 21 - Quiz

Wel of geen tussenletter?
A
Beresterk
B
Berensterk

Slide 22 - Quiz


Je schrijft geen tussenletter als...
A
het eerste woord geen zn is
B
het geen meervoud heeft
C
het meervoud zowel met -s als met -n geschreven kan worden
D
het eerste deel een versterkend woord is

Slide 23 - Quiz

Wat is de basisregel voor samenstellingen in het Nederlands?
A
Samenstellingen schrijven we met een koppelteken.
B
Samenstellingen schrijven we los.
C
Samenstellingen schrijven we aan elkaar.
D
Samenstellingen schrijven we volgens 6 regels.

Slide 24 - Quiz

Los of aan elkaar?
A
meervoudige persoonlijkheidsstoornis
B
meervoudigepersoonlijkheidsstoornis
C
meervoudige persoonlijkheid stoornis
D
meervoudigepersoonlijkheid stoornis

Slide 25 - Quiz

Los of aan elkaar?
A
bruinebonensoep
B
bruine bonensoep
C
bruine bonen soep

Slide 26 - Quiz

Welke woorden schrijf je los?
A
super gezellig
B
contact gegevens
C
patat bakken
D
schoon maken

Slide 27 - Quiz

Welke woorden schrijf je los?
A
scooter rijbewijs
B
op zoek
C
sollicitatie gesprek
D
werk sfeer

Slide 28 - Quiz

Los of aan elkaar?
A
ervandoor gaan
B
ervandoorgaan
C
er vandoorgaan

Slide 29 - Quiz

Welke vraag heb je nog?
(koppelteken/weglatingsstreepje/tussenletters/aan elkaar of los schrijven)

Slide 30 - Question ouverte

Toetsles
Programma
- Vragen stellen t.a.v. spelling + doorlopen van de oefentoets
(- Kahoot)

- Proefwerk spelling 

- Werken aan het bouwplan (recensie toetsweek)
- Lezen in je leesboek
























Slide 31 - Diapositive

Les 3
Programma

- Bouwplan inleveren

- Recensieopdracht 
























Slide 32 - Diapositive

Opdracht
1. Wissel je recensie uit met een klasgenoot. 

2. Markeer in de recensie van je klasgenoot alle beoordelingswoorden die je kunt vinden en de bijbehorende argumenten en voorbeelden

3. Markeer pakkende zinnen in de inleiding of het slot. 

4. Markeer opvallende zaken die je graag zelf zou willen toepassen in jouw recensie. 

5. Na 20 minuten bespreken we de opdracht klassikaal. 


























Slide 33 - Diapositive