Taal blok 8 week 1 les 2: woordsoorten

Wat ga je leren?

We oefenen de woordsoorten:
- zelfstandig naamwoord
- bijvoeglijk naamwoord
- lidwoord
- voorzetsel
- werkwoord
Lesdoel: 

Je leert de woordsoorten te benoemen in een zin.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat ga je leren?

We oefenen de woordsoorten:
- zelfstandig naamwoord
- bijvoeglijk naamwoord
- lidwoord
- voorzetsel
- werkwoord
Lesdoel: 

Je leert de woordsoorten te benoemen in een zin.

Slide 1 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord

Slide 2 - Carte mentale

Lidwoorden

Slide 3 - Carte mentale

Bijvoeglijk 
naamwoord

Slide 4 - Carte mentale

Voorzetsels

Slide 5 - Carte mentale

Werkwoorden

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Vidéo

De opbouw van een zin

De     hond     loopt     naar     het      grote    veld.

Benoem de woordsoorten van deze zin !


Slide 8 - Diapositive

Lidwoord
Zelfst. naamw.
Werkwoord
Bijvoeglijk naamw.
Voorzetsel
De
hond
loopt
naar
het
grote
veld.

Slide 9 - Question de remorquage

Welke woordsoort is "school" in deze zin?
De jongen fietst naar school.
A
zelfstandig naamwoord
B
lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 10 - Quiz

Welke woordsoort is "grote" in deze zin?
De grote ballon vliegt door de lucht.
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 11 - Quiz

Welke woordsoort is "het" in deze zin?

Het kindje is heel moe.
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
lidwoord

Slide 12 - Quiz

Welke woordsoort is "glimt" in deze zin?
De rode auto glimt zo mooi.
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel

Slide 13 - Quiz

Welk woordsoort is "naar" in deze zin?

De kinderen lopen naar school.
A
voorzetsel
B
werkwoord
C
lidwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 14 - Quiz


Wat heb JIJ geleerd deze les?

Slide 15 - Question ouverte

Weet je nog wat het lesdoel was?
Is dat gelukt?

Slide 16 - Question ouverte