Huiswerk H2 - Drama - theater

• Kunst Algemeen
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Instructies

DEEL I

REPRODUCTIE EN TOEPASSING

tip: houdt H2 erbij!

I. Mise-en-scene valt onder 'aspecten van het spel'
II. Handeling (gebruik van lichaam) valt onder 'aspecten van het spel'

Welke uitspraak is van toepassing

1. I is juist, II is onjuist
2. I is onjuist, II is juist
3. Beide zijn juist
4. Beide zijn onjuist

Bij welke rijstijl hoort dit stuk?

1. Commedia dell'arte
2. Episch theater
3. Circus
4. Klassiek theater

Wat is GEEN onderdeel van de theatervormgeving?

1. Kostuums
2. Licht
3. Muziek
4. Melodrama

Welke vier onderdelen kun je bespreken als je moet praten over 'aspecten van het spel'?

DEEL II

REPRODUCTIE EN TOEPASSING

tip: houdt H1 erbij!

Warenar I

Dit blok gaat over komedie in de zeventiende eeuw in het algemeen en over het blijspel Warenar van Pieter Corneliszoon Hooft en Samuel Coster in het bijzonder.

Film fragment 1 zie je op de volgende dia hierover gaan de eerste vragen over. In tekst 1 lees je een synopsis van het verhaal 

Tekst 1

Bekijk filmfragment 1 nogmaals. Citeer aan de hand van filmfragment 1 twee terzijdes die Warenar speelt.

tip

noteer de eerste, en laatste drie woorden

Bekijk filmfragment 1 nogmaals. Citeer aan de hand van filmfragment 1 een terzijde die Rijckert speelt. Schrijf de terzijde volledig uit

Wat is het effect van de COMBINATIE van beide terzijdes op het publiek (twee van de volgende)

1. Komisch
2. Uitleggend
3. Spanningsverhogend
4. Belerend

Warenar II

Filmfragment 2 zie je in de volgende dia.

Tekst 1

Tekst 2

Geef aan de hand van filmfragment 2 een voorbeeld van het fysieke spel van Rijckert en geef aan op welke manier dit de komische werking van de tekst versterkt.

Sleep de juiste theorie naar het juiste fragment 

Rijckert buigt verschillende keren wijdbeens door de knieën. 

Rijckert loopt met knikkende knieën / waggelend

De knieval van Rijckert voor Warenar is stroef / hapert

Incogruentietheorie

Ontladings theorie

Superioriteitstheorie

Warenar III

Filmfragment 3 zie je in de volgende dia.

Het SPEL van Reym uit fragment 3 is sterk geïnspireerd op het schilderij het melkmeisje. Match de juiste uitspraken over het spel bij het juiste ASPECT VAN HET SPEL 

Lichaamshouding

Handeling

Mise-en-scene

Mimiek

 Reym houdt de kan in de rechterhand, de

linkerhand ondersteunend onder de kan (net als het melkmeisje).

Reyms hoofd is licht gebogen (net als het

melkmeisje). 

 Reym schenkt melk uit een kan in een kom (net als het melkmeisje). 

De positionering van Reym is half afgewend,

linkerschouder dichter bij de kijker dan de rechterschouder.

 Reyms ogen zijn neergeslagen / naar beneden gericht op de kan (net als de blik van het melkmeisje)

Geef twee voorbeelden uit fragment 3 waaruit blijkt dat de THEATERVORMGEVING geïnspireerd is op het het schilderij het melkmeisje.

Benoem eerst het element en leg het vervolgens uit.