die Bahn
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
hoeveel passagiers waren vandaag onderweg?
A
37.000
B
6.000,000
C
40.000
Slide 3 - Quiz
noem 4 redenen waarom de geïnterviewde mensen voor de trein kiezen
Slide 4 - Question ouverte
Noem 2 nadelen die genoemd worden in het Duits
Slide 5 - Question ouverte
deze persoon zegt: het is duurder met de trein dan met het vliegtuig. Ik vind dat
A
jammer
B
geen probleem
C
goed
D
begrijpelijk
Slide 6 - Quiz
Wat betekent : "Ich schaffe es"
Slide 7 - Question ouverte
een trein is energiezuinig omdat
A
de rails breed zijn
B
de rails en de wielen beide van staal zijn
C
de wielen extra klein zijn
D
de rails en de wielen elkaar net niet raken
Slide 8 - Quiz
Wat werd net verteld?
A
Je hebt overal vergunningen voor nodig bij het spoor
B
Je mag niet overal fotograferen
C
Er werd een lange reis gemaakt en gefilmd
Slide 9 - Quiz
noem 2 zaken die de machinist moet doen als hij aan het werk wil gaan
Slide 10 - Question ouverte
hoe lang duurt zijn reis volgens planning?
A
3,5 uur
B
2,5 uur
C
4,5 uur
Slide 11 - Quiz
Wie oft versucht der Journalist eine Fahrkarte zu kaufen?
A
3
B
4
C
2
Slide 12 - Quiz
Er zijn op deze route "keine Signale", Hoe moet de machinist communiceren?
Slide 13 - Question ouverte
Ik vond de vragen
A
goed te doen
B
moeilijk
C
niet te doen
D
makkelijk
