Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2023 2024 P3 3 2VBAC1D
Werkwoordspelling
1 / 30
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
30 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Werkwoordspelling
Slide 1 - Diapositive
Deze les leer je/herhaal je
Hoe werkwoorden worden vervoegd
Hoe je werkwoorden schrijft in
d
e tegenwoordige tijd
Hoe je werkwoorden schrijft
in de verleden tijd
Hoe je werkwoorden schrijft
in de voltooide tijd
Zij, hun of hen?
deze, die, dit, dat?
Slide 2 - Diapositive
Werkwoorden....
Komen in verschillende vormen in een zin voor.
Hoe schrijf je de goede vorm?
Slide 3 - Diapositive
Werkwoorden....
Daarvoor moet je altijd letten op
het onderwerp
in de zin: wie of wat doet iets?
Het werkwoord dat daarbij hoort heet
de persoonsvorm
.
En je moet letten op de tijd waarin de zin wordt geschreven:
nu of in het verleden?
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Welke deelonderwerpen werden er in het filmpje besproken?
Slide 6 - Question ouverte
Tegenwoordige tijd = nu
(varen) De visser _____ het meer op.
A
vaard
B
vaart
C
vaarde
D
vart
Slide 7 - Quiz
Deze week ___ onze keuken gerenoveerd.
(tegenwoordige tijd)
A
word
B
werd
C
wordt
D
werdt
Slide 8 - Quiz
Vinden - Tegenwoordige tijd
Hoe … je zus haar nieuwe school?
A
Vind
B
Vindt
C
Vond
D
Vondt
Slide 9 - Quiz
Zo zat dat
'Je zus' kun je niet vervangen door JIJ (betekent nl niet hetzelfde en dus schrijf je vindt met een 't' erachter, zo ook bij 'je baas''.
Kun je wel 'je' vervangen door 'JIJ' en dus schrijf je: word je boos ..?
Slide 10 - Diapositive
werkwoordspelling tegenwoordige tijd: wat is goed?
A
hij bediend
B
hij bedient
C
hij bediendt
D
hij bediende
Slide 11 - Quiz
Vervoeg in de
tegenwoordige tijd
.
A
vind
B
vint
C
vindt
D
vond
Slide 12 - Quiz
Vervoeg in de
tegenwoordige tijd
.
A
gebruikt
B
gebruikd
C
gebruikte
D
gebruiken
Slide 13 - Quiz
En nu de verleden tijd
In het Nederlands zijn er twee soorten werkwoorden:
sterke
werkwoorden en
zwakke
werkwoorden
Sterke werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd. Bijvoorbeeld lopen --> l
ie
pen
Zwakke werkwoorden houden dezelfde klank, maar er komt -te of -de achter: maken --> maak
ten
vullen --> vul
den
Slide 14 - Diapositive
Welke werkwoordsvorm in de verleden tijd is juist?
Jan en Marijke...... (lopen) gisteren naar school
A
liep
B
liepen
C
loopte
D
loopten
Slide 15 - Quiz
Mijn ouders.... (kijken) niet zo blij toen ik te laat thuis was
A
keken
B
keek
C
kijkten
D
kijkte
Slide 16 - Quiz
Martine ............ (dansen) vorige week heel wild op het feest
A
dansde
B
dansden
C
danste
D
dansten
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Vidéo
Let op!
Alleen bij zwakke werkwoorden gebruik je
't sexy fokschaap
.
Slide 19 - Diapositive
voltooide tijd.......
...... wordt gebruikt als iets af is, klaar is.
Het voltooid deelwoord is geen persoonsvorm, want er moet altijd een andere werkwoord bij:
hebben
of
zijn
.
lopen: ik heb gelopen
lezen: ik heb gelezen
Slide 20 - Diapositive
Typ hier jouw voltooid deelwoorden bij de werkwoorden:
lopen, dansen, zwaaien, eten, sporten, halen, wandelen, lachen, knipogen, winnen
Slide 21 - Question ouverte
lopen
dansen
zwaaien
eten
sporten
halen
wandelen
lachen
knipogen
winnen
gelopen
gedanst
gezwaaid
gegeten
gesport
gehaald
gewandeld
gelachen
geknipoogd
gewonnen
Slide 22 - Diapositive
Welk voltooid deelwoord is correct?
Ik heb heel hard naar school .... (fietsen)
A
gefietsen
B
gefietsd
C
gefietst
D
gefietste
Slide 23 - Quiz
welk voltooid deelwoord is correct?
Ik heb drie boeken ..... (lezen)
A
geleest
B
geleesd
C
gelazen
D
gelezen
Slide 24 - Quiz
Welk voltooid deelwoord is goed?
Ik heb de oude vrouw ..... (helpen)
A
geholpen
B
gehelpen
C
gehelpt
D
gehelpd
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
deze, die, dit, dat?
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
werkwoordspelling
Avril 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
werkwoordspelling !
Février 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
werkwoordspelling !
Octobre 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
werkwoordspelling
Septembre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
WERKWOORDSPELLING / tt, vt, vd
Avril 2023
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling
Février 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
werkwoordspelling 2F
Janvier 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
werkwoordspelling
Avril 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1