WEBB - Levensloop 2.1 t/m 2.6

Welkom
4 VWO ||  2022-2023


Levensloop hoofdstuk 2


1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
4 VWO ||  2022-2023


Levensloop hoofdstuk 2


Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Theorie
  • Lesdoelen
  • Aan de slag
  • Terugblik

Slide 2 - Diapositive


Slide 3 - Question ouverte

Wat denk je dat transactiekosten zijn?

Slide 4 - Carte mentale

Transacties
Mensen sluiten transacties (koop/verkoop) met bedrijven (kopen iets, huren een dienst in) of met andere mensen (via marktplaats)

Als je een transactie sluit:
Verzamel je informatie (online/adviezen van anderen)
Leg je contact met de juiste tegenpartij/bezoek je de winkel
Leg je de transactie vast koopovereenkomst/contract (mondeling)
Soms moet je kosten maken om af te dwingen dat de overeenkomst wordt nageleefd


Al deze tijd, moeite en geld noemen we transactiekosten


Slide 5 - Diapositive

Hoe vaak is het scherm van je mobiele telefoon stuk gegaan?
A
Ik kan het niet meer bijhouden. Een heel scherm? Wat is dat?
B
Tussen de 1 en de 5 keer
C
Meer dan 5 keer
D
Nog nooit, ik ben altijd heel voorzichtig

Slide 6 - Quiz

Was je hier voor verzekert?
A
JA
B
NEE
C
GEEN IDEE

Slide 7 - Quiz

Noem een verzekering die bij jou thuis is afgesloten.

Slide 8 - Question ouverte

Verzekeren
Mensen houden niet van risico’s/onverwachte gebeurtenissen: risico-aversie. 
Oplossing verzekeren: je betaalt premie en krijgt de garantie dat bij bepaalde schade(diefstal/brand/ziekte) je een vergoeding krijgt van de verzekeraar.




Slide 9 - Diapositive

Wat betekent het woord aversie?

Slide 10 - Carte mentale

Risico aversie
Mensen zijn afkerig (houden niet van) risico’s en wapenen (beschermen) zich hiertegen door een verzekering af te sluiten.

Slide 11 - Diapositive

Noem een voorbeeld van een risico waar je je tegen kan verzekeren

Slide 12 - Question ouverte

Premieberekening
Premie = kans op schade x de gemiddelde hoogte van de verwachte schade

Reken uit: gemiddelde kans op schade is 5% en de gemiddelde autoschade bedraagt €4000,- wat is dan de premie?

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld fietsverzekering
De hoogte van de premie is afhankelijk van de kans dat de fiets
gestolen wordt en de prijs van de fiets. 

Als er een kans is van 1 op 20 in één jaar dat je fiets gestolen wordt en de gemiddelde dagwaarde van een fiets is € 600 dan bedraagt de premie 5%(=1/20)× € 600 = € 30.
Premie(€) = kans op schade (%) x hoogte van verwachte schade(€) 

Dit los van de andere kosten van de verzekeringsmaatschappij bv:
administratiekosten en overheadkosten en afgezien van de winstopslag voor
de verzekeringsmaatschappij

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Wat betekent het woord asymmetrisch?

Slide 16 - Carte mentale

Asymmetrisch = scheef
Aan de ene kant van het blad zit meer dan aan de andere kant van het blad. 

Slide 17 - Diapositive

Asymmetrische informatie
Soms zijn er risico's verbonden aan een transactie:
tweedehandsauto’s met mankementen die jij niet kan beoordelen
taxichauffeurs die een omweg nemen in een voor jou onbekende stad

Er is sprake van asymmetrische informatie, wanneer de ene partij meer informatie heeft dan de andere partij.

Een markt waar dit een hele grote rol in speelt is de verzekeringsmarkt. 

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag
Maken 2.1 t/m 2.6
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!


Slide 19 - Diapositive