Vertering

Welkom

Biologie
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Biologie

Slide 1 - Diapositive

Vertering
Het omzetten van polysachariden (vooral zetmeel) naar monosachariden

Slide 2 - Diapositive

BINAS 82
Mond: mechanische vertering en afbraak zetmeel (poly-) tot maltose (di-)

12V darm: opnieuw amylase

Dunne darm: afbraak maltose tot glucose en opname glucose.

Slide 3 - Diapositive

Noem de organen die enzymen produceren voor de koolhydraatvertering (binas)

Slide 4 - Question ouverte

Opname in de dunne darm
Alle verteringsproducten worden via actief transport opgenomen en komen in de bloedvaten. Deze bloedvaten gaan vervolgens via de poortader naar de lever.

Via de leverader komen de verteringsproducten in je bloedvatenstelsel

Slide 5 - Diapositive

Darmplooien, darmvlokken en villi vergroten het darmoppervlak

Slide 6 - Diapositive

Wet van Fick (BINAS 83) (diffusie)

Slide 7 - Diapositive

Door welke factoren uit de wet van Fick, werkt resorptie van voedingsstoffen snel in de dunne darm?

Slide 8 - Question ouverte

Vetvertering

  • Onverzadigd zit veel in plantaardige oliën en vis. 
  • Verzadigd zit veel in vlees en kaas

  • Verzadigde vetzuren spelen een rol bij verbranding (reservestof) en isolatie en bevorderen cholesterolophoping in de bloedvaten
  • Onverzadigde vetzuren zitten in celstructuren (celmembraan) en bevorderen de afbraak van cholesterolophoping in de bloedvaten

  • Sommige onverzadigde vetten zijn essentieel, dit betekent dat je lichaam ze zelf niet kan aanmaken. Je moet ze dus binnekrijgen via de voeding

Slide 9 - Diapositive

Twaalfvingerige darm
Hier komt de voedselbrij vanuit de maag:

Lever produceert gal. Galblaas slaat gal op.
Gal emulgeert vetten

Alvleesklier produceert alvleessap 
Alvleessap verteert eiwitten + vetten + koolhydraten

Alvleessap neutraliseert de lage pH die mee is gekomen met de voedselbrij vanuit de maag

Slide 10 - Diapositive

Produceert de twaalfvingerige darm zelf enzymen?
A
Ja
B
Nee
C
Hangt van de voedingsstoffen af

Slide 11 - Quiz

De lever produceert gal. De galblaas slaat dit op.

Een emulgator is een stof die helpt bij het mengen van twee stoffen die normaal gesproken niet of moeilijk mengbaar zijn.

Water en vetten mengen niet of nauwelijks. Gal zorgt ervoor dat dit wel gebeurt. Hierdoor treedt er oppervlaktevergroting op. Enzymen kunnen vervolgens in gaan werken op vetten.


Gal emulgeert vetten

Slide 12 - Diapositive

Welke factor uit de wet van fick verandert door de toevoeging van gal aan de voedselbrij? Wat voor invloed heeft dat op de vertering van vetten? (zie binas 83A)

Slide 13 - Question ouverte

Is gal een enzym?

Slide 14 - Question ouverte

Opname in de dunne darm
Alle verteringsproducten worden via actief transport opgenomen en komen in de bloedvaten. Deze bloedvaten gaan vervolgens via de poortader naar de lever.

Uitzondering zijn verteringsproducten van vetten (glycerol & vetzuren). Deze worden opgenomen door lymfevaten. Hierin worden deze producten nog verder verwerkt voordat ze later bij de schouder in het bloedvatenstelsel komen. 

Slide 15 - Diapositive

Hiernaast zijn schematisch overlangse doorsneden van drie darmvlokken weergegeven. In darmvlok 1 zijn alleen spieren getekend, in darmvlok 2 alleen bloedvaten en in darmvlok 3 is alleen een lymfevat getekend. In werkelijkheid bevinden zich al deze structuren in elke darmvlok. Twee plaatsen zijn aangegeven met P en Q. Waar kan zich vet bevinden?

Slide 16 - Question ouverte

Eiwitvertering
Maagwand produceert maagsap

Kliercellen maken H+ en CL- (HCL)

Andere cellen produceren slijm of pepsinogeen

Pepsinogeen = inactief enzym
HCL en pepsine kan pepsinogeen activeren

Slide 17 - Diapositive

pepsine = peptidase

Slide 18 - Diapositive

Maagportier

Slide 19 - Diapositive

alvleesklier
De alvleesklier produceert alvleessap (enzym).

Alvleessap breekt eiwitten, zetmeel en vetten af.

Neutraliseert verteringskanaal tot pH = 8 mbv HCO3-

Slide 20 - Diapositive

Leg uit waardoor je met onvoldoende HCO3- in je alvleessap je onvoldoende aminozuren opneemt uit je voedsel (3p)

Slide 21 - Question ouverte

Aan de slag
Ga naar eindexamensite.nl

Maak de oefentoets genaamd
Voedingsstoffen + vertering



Slide 22 - Diapositive