M3 spreken, kijken en luisteren 3.6

Programma
  • Latino King
  • Uitleg onderdeel fictie & sprekersbedoelingen KLT
  • Oefenen deel 2&3 KLT
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Programma
  • Latino King
  • Uitleg onderdeel fictie & sprekersbedoelingen KLT
  • Oefenen deel 2&3 KLT

Slide 1 - Diapositive

Lezen Latino King 
  • 15 minuten lezen in Latino King
  • Boektoets: dinsdag 26 maart
timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel:
  • Je kunt het handelen en denken van personages in een fictieve film of serie interpreteren en beschrijven. 
  • Je kunt de sprekersbedoeling vaststellen.

Slide 3 - Diapositive

Onderdeel fictie
Je kunt het handelen en denken van personages in een fictieve film of serie interpreteren en beschrijven. 

Bij dit onderdeel kijk je een stukje film of een serie. Er worden daarover vragen gesteld (op volgorde). Je mag hierbij de vragen zien en direct beantwoorden op je antwoordformulier.

Slide 4 - Diapositive

Deel 2 KLT: Onderdeel fictie (28 min)
We gaan nu het onderdeel fictie doen.

We kijken een stukje van de film Nena.

 Je mag de vragen erbij houden. Ze staan op volgorde van hoe het in de film aan bod komt.  Je mag ze direct beantwoorden.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Stel, je geeft een compliment. Wat kan je doel zijn?

Slide 7 - Question ouverte

Jij zegt: 'De toets gaat over hoofdstuk 2. 'en je vriendin zegt: 'Nee, hij gaat over hoofdstuk 3.' Waarom zegt je vriendin dit? Wat is haar doel?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is een sprekersbedoeling?

Slide 9 - Carte mentale

Welk woord geeft de sprekersbedoeling aan in: De bus rijdt vandaag niet, dus ik ga met de fiets
A
niet
B
dus
C
ga
D
fiets

Slide 10 - Quiz

Wat is de sprekersbedoeling:
De bus rijdt vandaag niet, dus ik ga met de fiets
A
aanvulling geven
B
mening geven
C
conclusie trekken
D
samenvatting geven

Slide 11 - Quiz

Welk woord geeft de sprekersbedoeling aan in: Verder eet hij graag vis
A
verder
B
hij
C
graag
D
eet

Slide 12 - Quiz

Welk woord geeft de sprekersbedoeling aan in:
Hij heeft vermoedelijk weinig gefietst
A
hij
B
weinig
C
vermoedelijk
D
heeft

Slide 13 - Quiz

Bedoel je nou dat het feest morgen niet doorgaat?
A
correctie
B
vermoeden
C
samenvatting
D
verduidelijking

Slide 14 - Quiz

Dus jij komt niet naar school?
A
aanvulling
B
conclusie
C
mening
D
vermoeden

Slide 15 - Quiz

Ik verwacht dat er veel mensen komen.
A
mening
B
samenvatting
C
correctie
D
vermoeden

Slide 16 - Quiz

Meerdere bedoelingen met één zin
  1. Dus je houdt niet van sla (beslist gezegd) ; conclusie trekken 
  2. Dus je houdt niet van sla? (vragend); verduidelijking vragen
  3. Dus daarom houd jij niet van sla! (met een lach): kan een grapje zijn 

Slide 17 - Diapositive

Deel 3 KLT: sprekersbedoeling (22 min)
  • We gaan nu kijken naar een praatprogramma. 
  • Er worden steeds vragen gesteld over de bedoeling van de spreker.
  • Dit is onderdeel van de Kijk- en luistertoets in april

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Presentaties
  • Maak groepjes (je mag natuurlijk ook alleen)
  • Kies (gezamenlijk) een leesboek. Kijk hiervoor op jeugdbibliotheek.nl (15-18 jaar). 
  • Bedenk wat voor presentatie jullie willen geven.

Stuur bovenstaande informatie naar je docent in een Teamsbericht. (einde vd les)

Slide 20 - Diapositive