les 3 HC Lage Landen 1.1 De macht van de stad groeit (3)
Steden en burgers in de lage landen
les 3
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Steden en burgers in de lage landen
les 3
Slide 1 - Diapositive
welkom!
1. herhaling
2. uitleg
3. aan het werk
Slide 2 - Diapositive
leerdoelen
- hoe de burgers en steden steeds zelfstandiger werden
- de opkomst van de monetaire unie.
- welke positie de adel ging innemen bij de opkomst van de steden
- Hoe de verhoudingen in de stad zich ontwikkelen naar een patriciërsklasse.
Slide 3 - Diapositive
De centrale vraag in het eerste hoofdstuk:
A
welke invloed hadden de soc-eco ontwikkelingen op de positie vd stedelijke burgerij in de ned gewesten?
B
wat maakte de opkomst van een stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk?
C
In hoeverre bepaalde de burgerij de ontwikkelingen in de Republiek in de Gouden Eeuw?
Slide 4 - Quiz
welke jaren behandelen we de afgelopen lessen?
A
1050-1302
B
1302-1602
C
1602-1700
Slide 5 - Quiz
'zij die binnen de poorten van de stad leven' noemen we
A
horigen
B
edellieden
C
koning
D
poorters
Slide 6 - Quiz
Wat zorgde er NIET voor dat de landbouwopbrengst toenam?
A
gewasveredeling
B
betere landbouwgereedschappen
C
meer veiligheid op de wegen
D
ontginning woeste gronden
Slide 7 - Quiz
De vraag die we behandelen:
Wat maakte de opkomst van een stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk (1050-1302)?
Slide 8 - Diapositive
vraag
Welke drie redenen waren er waardoor in Vlaanderen meer stedelijke ontwikkeling plaatsvond dan in de rest van de Lage Landen?
- hoge landbouwproductiviteit
- Lakenindustrie
- Geografische ligging
Slide 9 - Diapositive
de vorige les:
vragen en/of opmerkingen?
Slide 10 - Diapositive
de steden lagen op het grondgebied van de koning of, als deze heel sterk waren, van de hogere adel. De lage adel had het nakijken bij de groei van de steden omdat zij geen invloed in de steden hadden