§1.1 zuivere stof of mengsel

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

deze les:

herhalen we : Stofeigenschappen

Aggregatietoetstand (fase van een stof)

Dichtheid (rekenen)

 Nieuw:  zuivere stof  en een mengsel

en drie soorten mengsels: oplossing, emulsie, suspensie

volgende les practicum

Stofeigenschappen

stofeigenschap: een eigenschap waar je een stof aan kunt herkennen.

geur, kleur, ( smaak!!!!)

elektrische geleiding, oplosbaarheid,

fase bij kamertemperatuur, reageren met zouzuur....

NIET: temperatuur, vorm, massa, fase (zonder een temperatuur)

aggregatietoestand = fase

De fase of toestand van een stof bij een bepaalde temperatuur.

vast (s), vloeibaar (l), gas (g)

Het smeltpunt van glycerol is 19 ^oC.

Het kookpunt is 290 ^oC.

In welke fase is glycerol bij 20 ^oC?

en bij 300 ^oC?

dichtheid

dichtheid = massa/ molume

eenheid: g/ml   = g /cm³

dichtheid = massa / volume

Voorbeeld 1:

inhoud = volume = 56 cm3

massa = 51 gram

Bereken de dichtheid van deze stof

Voorbeeld 2

1 ton = 1000 kg

1 dm³ = 1 L

Zuivere stof en mengsel

Een zuivere stof bestaat uit 1 soort deeltjes.

(moleculen)

3 soorten mengsels

met vloeistof

oplossing

suspensie

emulsie

Oplossing

Vloeistof (oplosmiddel) waarin een andere stof oplost (de opgeloste stof)

De opgeloste stof kan een vaste stof zijn (suiker) een andere vloeistof (alcohol) of een gas (zuurstof).

Een oplossing is altijd helder = je kunt erdoor heen kijken.

Een oplossing kan kleurloos zijn, maar ook een kleur hebben (cola)

Een suspensie is een mengsel van een vaste onoplosbare stof en een vloeistof.

Een suspensie is altijd troebel.

Na een tijdje is een suspensie minder troebel.

Emulsie: een mengsel van 2 vloeistoffen die niet in elkaar oplossen.

water en olie

Een emulsie is altijd troebel.

Een emulgator is een stof die ervoor zorgt dat een emulsie niet gaat ontmengen.

1: Zijn deze mengsels aan het begin troebel, helder of allebei (1 troebel en 1 helder)?

2: Wat is het naam van de bovenste en van het onderste mengsel?

3: Heeft de gele vloeistof een kleiner of een grotere dichtheid dan de blauwe vloeistof?

4: Kan de blauwe heldere vloeistof ook een oplossing zijn? (dus dat er nog een stof aanwezig is?)

vloeistof + vloeistof

vaste stof  +

vloeistof

vragen?

Lezen §1.1 tot meer mengsels

Maken opgave 1 tm 5 en 8 tm 11

nakijken en verbeteren

vorige keer

3 soorten mengsels met water

• oplossing (opgeloste stof en oplosmiddel)
  
• suspensie
  
• emulsie , emulgator  
  

vandaag

meer soorten mengsels

homogene en heterogene mengsels

kookpunt en kooktraject en hoe herken je een zuivere stof en een mengsel

Er zijn nog meer soorten mengsels

• schuim
• rook
• nevel (aerosol)
• legering = alliage
  

Schuim

Nevel (aerosol)

Rook

Legering

Mengsel van lucht in vloeistof of in vaste stof

Mengsel van 2 of meer metalen

Mengsel van vaste stof deeltjes in gas

Mengsel van kleine druppeltjes vloeistof in gas

0

Zuivere stof of mengsel?

Smelttraject of stoltraject?

schets

1. de smeltcurve van een zuivere stof
2. de kookcurve van een mengsel
3. de stolcurve van een zuivere stof

(je hoeft er geen getallen bij te zetten)

Zuivere stof of mengsel?

Smelt-, kook, stol curve?

Wat precies (in getallen) is het .....traject?

Welke fase van 6 naar 11 minuten?

Practicum

• tweetal
• elke 30 s Temp meten
• tabel maken
• grafiek maken
• meteen beginnen met meten
• roeren
  

Zelf aan het werk

§1.1 goed doorlezen

Alle opgaven (in je traject A,B of C) maken en controleren

Klaar? Dan een ander vak of vooruit werken.