B 5.2 Lezen

Wat leer je?
Je kunt 
een feit 
en een mening 
herkennen.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat leer je?
Je kunt 
een feit 
en een mening 
herkennen.

Slide 1 - Diapositive

Feit
  • Het is zo.
  • Het is echt gebeurd.
  • Je kunt het controleren.

Slide 2 - Diapositive

Mening
  • wat iemand vindt
  • het is voor iedereen anders
  • iedereen kan een andere mening hebben

Slide 3 - Diapositive

Wat is waar over een mening?
A
Dit is echt gebeurd.
B
Piet kan een ander antwoord geven dan Jan
C
Het antwoord is voor Jan precies hetzelfde als voor Piet.
D
Een mening is nooit waar.

Slide 4 - Quiz

Piet zegt: 'Die jas is mij te klein!'
Jan zegt: 'Ik vind die jas niet mooi'.
A
Wat Jan en Piet zeggen is een feit.
B
Wat Jan en Piet zeggen is een mening.
C
Wat Piet zegt is een feit en wat Jan zegt is mening
D
Wat Piet zegt is een mening en wat Jan zegt is feit.

Slide 5 - Quiz

Wat is geen feit?
A
Het verhaal gaat over Paco en Yara.
B
Yara vindt zichzelf te dik.
C
Hij denkt dat het overlijden van zijn vader zijn schuld is.
D
Ik vind het een emotionele film.

Slide 6 - Quiz

Maken
Blz. 84 en 85
opdracht 3 - 8
Als je klaar bent:
Extra leestaak op blz. 127
opdracht 1 en 2

timer
10:00

Slide 7 - Diapositive

Wat leer je?
Je kunt een 
verwijswoord 
herkennen.

Slide 8 - Diapositive

Verwijswoorden
  • ze verwijzen naar een ander woord in de tekst
  • ze komen voor een ander woord in de plaats: 
                         hij, hem, zij, haar, het, dat, die, daar.
  • ze zorgen voor afwisseling

Slide 9 - Diapositive

Waarom gebruik je verwijswoorden in een tekst?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe kun je ontdekken waar een verwijswoord naar verwijst?

Slide 11 - Question ouverte

Maken
Blz. 87
opdracht 9 - 13
Als je klaar bent 
Leestaak opdr. 14 - 18



timer
20:00

Slide 12 - Diapositive

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 13 - Question ouverte

Afblijven
Ik voel vlinders voor jou.
Ze vliegen rond in m'n buik naar beneden.
En je moet weten, dat ik van je hou.
En door die vibe blijf ik telkens weer zweven.


Slide 14 - Diapositive